287 retisch gebied, in de tweede helft dier eeuw gevolgd door H el- m e r t, den directeur van het Geodetisch Instituut, enSchreiber, het hoofd der „Landesaufnahme Van dezen laatste werd b.v. over genomen de methode van hoekmeting in alle combinaties voor ons primaire net. Reeds spoedig na haar instelling maakte onze Rijkscommissie deel uit van een internationale organisatie. Deze was gegroeid uit de vereeniging, welke den naam droeg van Middeneuropeesche Graadmeting, tot stand gekomen in 1862 op aansporing van den Pruisischen generaal B a e y e r. In 1886 hadden verschillende lan den een conventie gesloten, waardoor de graadmetingscommissiën samen de Internationale Vereeniging voor aardmeting vormden. Hierbij was ons land aangesloten. Op 1 Januari 1897 onderging zij eenige wijziging; tengevolge van een nieuwe conventie werd toen het centraal bureau voor internationale aardmeting gevestigd te Potsdam. Ter bespreking van de mathemathische theorieën, welke aan de aardmeting ten grondslag liggen en van de praktische ver wezenlijking er van vonden eenmaal in de drie jaren algemeene con ferenties plaats, telkens in een andere hoofdstad van Europa; hier aan namen leden van de Nederlandsche commissie geregeld deel. De wereldbrand van 1914—1918 bracht ook hier verandering. Tijdens en kort na den oorlog bleven de internationale betrekkingen beperkt tot die tusschen de neutraal gebleven landen, later zijn zij geleidelijk weer uitgebreid. Want na den oorlog is te Brussel een nieuwe organisatie, de Internationale Geodetische en Geophysische Unie tot stand gekomen. Eerst was onze Rijkscommissie slechts lid van de Geodetische Sectie dezer Unie, later is Nederland lid ge worden van de Unie in haar geheel. Deze telde in 1933 37 aange sloten landen; Duitschland, Oostenrijk en Rusland zijn nog niet toegetreden. De Geodetische Sectie heet thans Geodetische Asso ciatie. Verder in te gaan op wat uit de internationale connecties is ge groeid voor de hoogere landmeetkundige wetenschap ligt buiten het bestek van dit artikel. Wenden wij daarom thans den blik naar de lagere geodesie en haar toepassingen bij het kadaster, igere ^1 ras bemerken wij dan, dat ook in aangelegenheden die hier onder ressorteeren, het eene land op het andere invloed uitoefent. Een sprekend voorbeeld is onze Handleiding voor de technische werkzaamheden van kadastrale hermetingen. Dat de Pruisische An- 155

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 287