292 band ook weer belangwekkend, omdat er uit te zien was, dat het B. G. B. in 919 en 920, hier scherper dan ons B. W. of de C. c„ onderscheid maakt tusschen de „unstreitige" en de „streitige" grens, en vooral omdat er uit bleek, dat, voor het geval dat de grens „strei- tig" is, naast revindicatie in Duitschland de afscheidingsactie voor mogelijk wordt gehouden. Al behoeft het inzicht in het ius constitutum nu niet altijd zoo ver te gaan, buiten zijn geodetische kennis moet de landmeter toch over een zekere rechtskennis beschikken; hij moet de eigenaars kunnen voorlichten, hij moet tegenover elkaar staande partijen tot elkaar weten te brengen en dreigende processen over grondeigendom weten te voorkomen; verruiming van inzicht door dergelijke artikelen kan dus niet anders dan nuttig zijn. Ook op ander terrein dan dat van het recht, op de engere gebie den van de kadastrale techniek en van de kadastrale administratie b.v., blijkt meermalen, dat men in het buitenland reeds verschillende mogelijkheden heeft gepeild, als men bij ons van plan is, de eerste proeven te gaan nemen. Zoo had de Zwitsersche Landmetersver- eeniging het stadium van experimenteeren met veldassistenten en hun opleiding reeds achter den rug, toen men er hier mede begon. En in België kende men de dagelijksche afsluiting der leggers reeds vóór dat zij bij ons werd ingevoerd. Het blijft dus uitermate leerzaam om bij tijd en wijle het oor te leenen aan wat het buitenland ons te zeggen heeft, al moet behoed zaamheid worden betracht alvorens wij iets nieuws van elders aan vaarden voor ons kadaster. Immers er is verschil in rechtssysteem en in historische ontwikkeling. Invoering van een grondboek is voor ons land niet noodzakelijk; ons negatief stelsel bij overdracht van onroerende zaken, met hier en daar bepalingen van positieve strek king, voldoet in het algemeen, maar aan den anderen kant heeft tegenwoordig het rechtsverkeer toch wel behoefte aan meer positieve uitspraken dan ons kadaster doorgaans kan geven ten aanzien van de begrenzing van de perceelen; en ook onze hypothecaire boekhou ding met haar veelvuldige recherches is uit den tijd; uit een oogpunt van economie wint een Zwitsersch grondboekblad het van onze in richting der boekhouding. Bij hervorming zal dus moeten worden gezien naar het Zwitsersche kadaster, dat anders dan het onze gebaseerd is op wetsbepalingen van Germaanschen oorsprong en dat buitendien zoo is ingericht, dat het aan de eischen van den fis- 160

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 292