295 In den aanvang van dit opstel herinnerden wij aan De Beweging van '80; de schrijvers en dichters uit die periode hebben, aange spoord door buitenlandsche voorbeelden, onze letterkunde weldra gebracht op het peil van het beste wat in het buitenland ook maar werd geboden en zij kwamen te staan als gelijkwaardigen naast kun stenaars uit andere landen, daarbij hun eigen echt Hollandsch stem pel toonend. Zoo is het in zekeren zin ook gegaan met de landmeet kunde; de Nederlanders hebben in de laatste 50 jaren op eigen wijze hun bijdragen geleverd in dezen tak van wetenschap en bij de toe passingen er van, en niet zelden bleken deze buiten onze landsgren zen te worden gewaardeerd. In de hoogere geodesie: het is bekend dat, wat den bereikten graad van nauwkeurigheid betreft, onze R.D. niet onderdoet voor het beste, dat in dit opzicht elders is verkregen, en als wij naast de vermelding van dit feit, den naam noemen van prof. F. A. Vening Meines z, dan is dit voor ieder geodeet een herinnering aan het groote aandeel, dat Nederland had in de be paling van de grootte en van de anomalieën der zwaartekracht door middel van slingerwaarnemingen. Wat aangaat de lagere geodesie, wij zouden verscheidene staaltjes van Nederlandsch kunnen weten te vermelden; wij volstaan met enkele aan te stippen; de veldenmil- limeterbaak van prof. J. W. D i e p e r i n k, waarmede de nauw keurigheid bij waterpassen en afstandsmeten werd opgevoerd; de transformeeringen van lector H. F. v a n R i e 1 om coördinaten van punten, die in een net gegeven zijn, te berekenen in een ander net; de vondst van lector J. M. Tienstra om de gewichten van de hoeken van een driehoeksnet evenredig te nemen aan hun cotan- genten, waarmede ondanks het reeds zoo uitgeplozen zijn der theorie toch nog iets nieuws werd geleverd. Wij wilden hiermede even vastleggen, dat, terwijl de inwerking van anderen op ons vaststaat, Nederland zijn invloed naar buiten toch ook doet gelden, ngres Ook op het jongste congres der Internationale Landmeters-Fede- ratie is Nederland niet achtergebleven; zijn bijdrage in het weten schappelijke werk in een der werkcommissies droeg het stempel van goede kwaliteit. Dit congres ligt nog zeer kort achter ons, derhalve zijn wij er van ontslagen, thans „geschiedenis" hiervan te schrijven; wanneer later het officieele verslag in ons bezit is, zullen wij ook tot een objec tiever waardeering kunnen komen dan nu. 163

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 295