299
Delfland, enz., maar wel oude verpondingskaarten, gemaakt ten be
hoeve van een grondschatting op de onroerende goederen.
Den 16en Februari 1630 werd n.l. door Ridderschap en Eigen
erfden besloten om naast andere belastingen, een grondschatting
te heffen, ter betaling van het aandeel van Drenthe in de generali-
teitsoorlogslasten (Drentsch Placaatboek n°. 464). Ook hebben
echter in latere jaren 1640, 1641, 1653, enz. grondschattingen plaats
gevonden, waarvan de betrekkelijke stukken bewaard zijn gebleven.
Zoo zijn o.a. oude verpondingskaarten van den Dwingelder Esch
aanwezig, welke dateeren van 1640 en 1641. De aanhef van het bij
deze grondschattingen behoorende register luidt aldus: „Anno 1640
ende anno 1641 gemeten door ordre ende last van de Edele heeren
Den heer Drossaert ende gedeputeerden der Lantschap Drent
bij mij ondergeschreven Geschworen Lantmeter B o m m e r s uit
Alkmaar) geadmitteert bij den Hove van Hollandt. Deze naer be
schreven landen gelegen In 't karspel van Dwingelo.
De Groote gestelt op Mudden, schepels, spinten Ende Roeden.
De Mud tegens 2132/3 roed, schepel tegen 53^1% roed Ende spint
tegens l31/3 Roeden Steenwijcker maet".
In het register zijn verder de nummers der perceelen met de
namen der eigenaren aangegeven, terwijl de grootte der perceelen
in vierkante roeden en voeten is uitgedrukt.
Een klein uittreksel uit dit register moge hier volgen:
Ackerlande gelegen benoorden de Ruynse wegh en beoosten de
boerewegh.
vierk. Roeden
Voeten
A.
Lugen Wilms, Stockakker
156
8
B.
Otte Albers,
238
2
C.
Arent Wilms,
151
6
D.
Hendrik Arents op de greuvee
88
3
5.
Roelof Mr.sters wegh langs
154
9
6.
Albart Karst
62
8
7.
Albart Jans
115
4
8.
Lambart Otte (veenakkers)
128
13
enz.
Zooals uit het bovenstaande blijkt, is als eenheid van meting de
Steenwijcker roede gebruikt, welke een lengte had van 3.826 m.
Het geheele veldwerk bestaat uit een groot aantal kaartjes, welke
167