300 elk voor zich een afgerond geheel vormen. Zooveel mogelijk zijn telkens gedeelten gekozen, welke begrensd worden door wegen. Ten einde een indruk te geven van het veldwerk, is op kaart I een reproductie van een gedeelte er van weergegeven en wel van de „ackerlanden gelegen tusschen het Haminge padt, de lierssewegh en de boerewegh". Op het veldwerk zijn de maten in roeden en voeten aangegeven, terwijl bovendien de naam van den eigenaar in ieder perceel is vermeld. Reeds bij een oppervlakkige vergelijking van dit kaartje met kaart II, waarop een gedeelte van de tegenwoordige perceelsin- deeling van den Dwingelder Westeresch is weergegeven, blijkt, dat de perceelsindeeling van ongeveer driehonderd jaar geleden en van de tegenwoordige een sterke overeenkomst vertoonen. Ten einde dit nader te verduidelijken, is aan de hand van de meet cijfers van „Landmeter B o m m e r s op kaart III de perceelsin deeling in 1640 weergegeven. Weliswaar ontbreken hier en daar eenige meetcijfers, maar de oude toestand is binnen het raamwerk der tegenwoordige wegen aardig goed te reconstrueeren. Zeer opmerkelijk, bij een vergelijking der kaartjes II en III, is dit, dat de perceelsindeeling zich in de afgeloopen 300 jaar slechts wei nig heeft gewijzigd. Het aantal perceelen is eer af- dan toege nomen. Oogenschijnlijk zou men hebben verwacht, dat het aantal per ceelen door herhaalde deeling bij vererving in sterke mate zou zijn toegenomen. Dit is echter geenszins het geval en hoogstwaarschijn lijk moet deze stabiliteit hieraan worden toegeschreven, dat bij hu welijk van de kinderen, deze meestal in het ouderlijk huis bleven en den tot de boerderij behoorenden grond mee bebouwden, waar door geen verdeeling van perceelen behoefde plaats te vinden. Eerst bij een te groot worden van het gecombineerde gezin werd er toe overgegaan een nieuw bedrijf te stichten. Daarvoor werden dan eenige perceelen van het ouderlijk bedrijf verdeeld of in hun geheel toegewezen en verder werd dan van de Marke grond ge kocht, welke in cultuur werd gebracht. Beschouwen wij verder de kaartjes nog eens nader, dan blijkt dat dit gedeelte van den esch, evenals dit trouwens met alle esschen het geval is, in verschillende blokken te verdeelen is. Deze deelen moeten waarschijnlijk als de oorspronkelijke „Gewannen" worden opgevat. 168

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 300