302
Zoo vinden wij b.v. onder de uitkomsten van de „grontschattin-
gen te Lie (Lhee)" voor enkele eigenaren de volgende gegevens:
Albert Eisen:
7 mud, 2 schepel, 1 spint
een halve dagmat hooiland
1 vierendiel waardiel
Jonge Jan Otten:
18 mudden, 3 schepel, 3 spint
2.5 dagmatten hooiland
4 vierendiel waerdiel
Arent Wesseling:
17 mudden, 1 schepel
6 dagmatten hooiland
5 vierendiel waardiel
Roelof Bloembarch tot Lier-
broeck:
22 mud, 1 schepel, 2 spint
8 dagmatten hooiland
een volle waer waerdiel
Ook van een verband tusschen het waerdeel en het aantal dag-
maten hooiland is dus geen sprake meer.
In het genoemde register stond verder het volgende vermeld:
,,De waertallen van Lie ende van Liebroek bestaen in 18 volle
waeren waerdiels. Een sesde diel wordt alhyr op een halve waer ge
nomen ende een sesde diel heft vier vierendiele."
Ter illustratie van de grootte van de geschatte waarde van de
onroerende goederen moge hier verder een enkel voorbeeld volgen,
betrekking hebbende op één der eigenaren in Dwingelo, n.l. Coop
Santinge. Deze had in eigendom:
Geschatte waarde
25 mudden, 1 schepel, 3 spint bouwland
7.94.40 ha) 4070.—
14j/^ dagmat hooiland2565.1
3x/2 vierendiel waer ende een agtediel van een
vierendiel waerdiel 4531.
4 dagmatten koeweide 720.
Huis ende Hofe800.—
(een volle waer werd in Dwingelo op 5000.geschat).
Uit bovenstaand artikeltje blijkt dus, dat de verdeeling van de
perceelen op den Dwingelder Esch, zooals wij die thans kennen,
reeds gedurende enkele eeuwen heeft bestaan en in den loop der
tijden slechts een geringe wijziging heeft ondergaan.
170