312 tijdelijke beteekenis hebben, spreken de voordeelen, die gelegen zijn in de bevordering van het blijvende karakter van het werk, hier uiteraard minder sterk. Een ander punt, waarbij wij van een positieven vooruitgang kun nen spreken, is de groote verbetering der landmeetkundige instriT- menten. In de eerste helft van de vorige eeuw waren deze zeer primitief. In de tweede helft zien we eerst langzaam, doch daarna sneller, be langrijke verbeteringen komen. Dan komt er een tijdperk, waarin er eenheid in de constructievormen ontstaat en er een zekere rust intreedt. Na de oorlogsjaren kan men echter wel van een revolutie in den instrumentenbouw spreken. Door een aantal belangwekkende uitvindingen van vérstrekkende en principieele beteekenis, in welk verband voornamelijk de geniale Zwitsersche constructeur H. W i 1 d moet worden genoemd, wordt de nauwkeurigheid der instru menten verhoogd en worden tegelijkertijd de afmetingen en het ge wicht verkleind. Werden vroeger de instrumenten zoodanig ge maakt, dat zij steeds door den gebruiker op een gemakkelijke manier konden worden geregeld, tegenwoordig is men er juist op uit, ze zóó te construeeren, dat ontregeling onmogelijk is. Constructievormen, die regeling veroorloven, worden opzettelijk achterwege gelaten. Deze verandering van opvatting hangt natuurlijk samen met het verbeterde fabricatieproces, maar het is hier toch ook een zaak van principe. Men wenscht een instrument, waarmee gemeten kan wor den en niet één om te regelen; bij het beschouwen van de constructie, vooral van de oudere waterpasinstrumenten, zou men wel eens het omgekeerde denken. Als martelwerktuigen bij examens zullen dit soort instrumenten nog wel eenige beteekenis houden. De landmeter behoeft dus tegenwoordig niet meer op gezette tijden voor instrumentenmaker te spelen en het gaat ons dus nu met onzen theodoliet als met ons horloge: wij doen verstandig geen van beide uit elkaar te nemen. Als nieuw instrument, dat bij de landmeetkundige practijk is bin nengekomen, moet de rekenmachine worden genoemd. Niet, dat deze machines bepaald nieuw zijn; in 1642 vond P a s c a 1 de eerste uit, maar zij zijn veel verbeterd en goedkooper geworden in den laatsten tijd. Zij zijn een volkomen betrouwbaar en waardevol hulp middel bij de berekeningen. Zij zijn reeds een ernstige concurrent

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 320