314
gangers hebben gekend. Naar gelang deze soort moeilijkheden weg
vielen, kon de vrijkomende energie voor het werk zelf worden ge
bruikt. Ook langs dezen weg zal dus de algemeene technische voor
uitgang zich in het vak hebben doen gelden.
Samenvattende kunnen wij dan ook wel zeggen, dat de vooruit
gang der techniek in den' achter ons liggenden tijd zeer belangrijk is
geweest. Voor zoover de verbeteringen in toepassing gebracht kon
den worden, hebben zij gemaakt, dat met stijgend gemak het werk
kon worden uitgevoerd. Een aantal verbeteringen echter, speciaal de
fotogrammetrie, wachten nog op inschakeling in het werkproces.
De technische vooruitgang heeft mede de behoefte doen ontstaan,
het werk meer waarde te geven door grootere zorg te besteden aan
de delimitatie der op te nemen grenzen en aan de afpaling daarvan.
Het spreekt vanzelf, dat de vooruitgang, hoe interessant ook, in
ons land nimmer zou zijn gekomen, indien aan beter landmeetkundig
werk geen behoefte bestond. Het is derhalve niet onbelangrijk, in
dien wij trachten ons hiervan rekenschap te geven.
Reeds bij de oprichting van het Kadaster werd ingezien, dat dit,
alhoewel vervaardigd als een belastingkadaster, ook nog wel andere
diensten zou kunnen bewijzen. Men had daarbij het oog gevestigd
op het reconstrueeren op het terrein, op aanvrage van belangheb
benden, van zoekgeraakte perceelgrenzen.
In 1838 kreeg het Kadaster door de invoering van het nieuwe
Burgerlijk Wetboek een zekere burgerrechtelijke beteekenis toe
bedeeld, terwijl later in bijzondere wetten, onteigeningswet, woning
wet, enz., de juridische taak van het Kadaster werd uitgebreid.
Daarnaast liep een ontwikkeling, waarbij van het Kadaster meer en
meer diensten werden verlangd op cartografisch gebied. De neven
zaken zijn tenslotte zoodanig gaan overheerschen, dat de oorspron
kelijke doelstelling sterk op den achtergrond is geraakt. Thans wordt
het Kadaster dan ook vrij algemeen beschouwd als een administratie
op den grondeigendom. Op zooveel gebieden bewijst deze thans
diensten aan de samenleving, dat wij ons in het geheel geen voor
stelling meer kunnen maken van een staatsorde, waarin een derge
lijke administratie zou ontbreken. Tegenover de toestanden in Enge
land, waar men geen kadaster heeft, staan wij dan ook volslagen
vreemd.
De merkwaardige verandering in doelstelling heeft vooral in de
laatste 50 jaar haar beslag gekregen. Het is echter eveneens merk-