323
a. J. Hopmeier. Aus der Praxis fiir die Praxis. Uebungsaufgaben
für Vermessungstechniker. 5 Blatt Zahlenrisse und 2 Blatt Koordinaten-
verzeichnis. 17X25 cm., in map. RM. 1.—
b. Idem. Aus der Praxis, enz Textteil. 16 biz. 18X27 cm., ing.
1934.
c. Idem. Linienschnitte. Ein Leitfaden für Vermessungstechniker.
56 biz. 18 X 25 cm., gee. RM. 3.—. 1934.
a, b en c: Verlag W. C r w e 11, Dortmund.
Deze werkjes bespreken wij met veel genoegen. Zij zijn bestemd voor cursussen
ter opleiding van Vermessungstechniker, dus middelbare en lagere landmeetkun
dige technici en ook onze teekenaars van het Kadaster; toch zijn wij van mee
ning, dat zij tevens uitstekend practisch oefenmateriaal geven bij de opleiding
van landmeters.
De schrijver veronderstelt een dorp, dat zich tot badplaats ontwikkelt en dat
kort geleden door het Kadaster is hermeten. De map sub a, die bestemd is voor
de leerlingen, bevat de hermetingsveldwerken en coördinatenlijsten. De Gemeente
heeft een uitbreidingsplan laten maken. Wegen en beken zullen moeten worden
verbreed en genormaliseerd. Zooals het bij een behoorlijk uitbreidingsplan, ont
worpen op de nauwkeurige hermeten plans, betaamt, zijn alle nieuwe rooilijnen,
enz. door mathematische gegevens bepaald. Deze zijn alle te vinden in het boekje
sub b, dat bestemd is voor den docent. Aan een op vrij grooten afstand gelegen
landmeetkundig bureau wordt opgedragen alle nieuwe rooilijnen, enz. op het ter
rein uit te zetten, alle daaruit voortvloeiende metingen in het Kadaster toe te
passen, stukken in gereedheid te brengen voor onteigeningen en zelfs voor een
stukje ruilverkaveling. Om de reiskosten, enz. zoo laag mogelijk te houden, moe
ten zooveel mogelijk uit te zetten maten (t.o.v. de hermetingslijnen) van te voren
op het bureau uitgerekend worden. Dit komt dus neer op allerlei coördinatenbe-
rekeningen, o.a. snijpuntsbepalingen. Voor deze laatste bedoelt het boekje sub c
een leidraad te zijn. Alle mogelijke gevallen worden behandeld. Zeer terecht heeft
de schrijver aan de snijpuntsbepaling een afzonderlijk werkje gewijd, omdat deze
in den regel stiefmoederlijk wordt behandeld en toch juist zoon goede gelegenheid
biedt, de toepassing van de eenvoudige stellingen van evenredigheid en gelijk-
vormigheid op de landmeetkundige practijk in het licht te stellen. In het boekje
is bijzondere aandacht geschonken aan het werken met de rekenmachine. Neder-
landsche lezers moeten even het bezwaar van het anders gerichte Duitsche coör
dinatenstelsel overwinnen. Dit stelsel is echter in Linienschnitte duidelijk be
schreven.
Wij hebben vernomen, dat de volledige oplossingen van de vraagstukken van
sub a en b in April 1935 zullen uitkomen.
Het is haast onnoodig te zeggen, dat wij deze werkjes ten zeerste aanbevelen.
H.