331 gekregen. Dus anders dan bij hypotheekverleening op No. 1000, kan blijken, dat bij koop van No. 1000, gevolgd door verjaring, men meer grond heeft gekregen dan in de akte staat. Het omgekeerde n.l. verlies van grond is natuurlijk evenzeer mogelijk. Het gebruik van het kadasternummer in de overdrachtsakte heeft dus niet tot gevolg dat men a priori kan zeggen: men koopt tot zoover als het kadaster aangeeft, men moet met andere omstandig heden ook rekening houden. Want nu moet nog een aanvulling op het gezegde over artikel 37 Notariswet volgen. Dit artikel zegt n.l. niet alleen, dat men kadastrale nummers moet gebruiken om het onroerend goed aan te duiden, maar het vervolgt: „behoudens verdere omstandige beschrijving" van het perceel. Gemakkelijk is dus te begrijpen, dat bij processen over de begren zing van wat bij de akte overgedragen is, men, als de kadastrale grens anders loopt dan men meende, gaat aanvoeren, dat niet de kadastrale aanduiding in de akte, maar de „omstandige beschrijving" de bedoeling van partijen weergeeft. Bovendien wordt dan meestal aangevoerd, dat het kadaster niet van invloed kan zijn, omdat het slechts een fiscale instelling is. Inderdaad zijn in procedures dikwijls de kadastrale gegevens over een grens ter zijde gesteld en berustte de uitspraak op verklaringen van getuigen, die over een fabelachtig geheugen bleken te beschik ken omtrent de plaats van thans onzichtbare grenslijnen. Voor zoover werkelijk een „verdere omschrijving" in de akte voorkomt, die steun kan geven aan de beweringen van getuigen (meestal de beroemde „ouden van dagen") is zoo'n vonnis te aan vaarden. Maar hoe, indien in de akte alleen is vermeld, dat wordt over gedragen een huis met tuin, kadastraal bekend als: Gemeente X. Sectie IJ, No. 1000? Als vaststaand kan dan wel worden aangenomen, dat er een tuin moet zijn, maar hoe breed en hoe diep zal die tuin zijn, die partijen bedoelden? Reeds in 1854 moest de Rechtbank te Maastricht uit zoo'n akte een grensquaestie beslissen en zij kwam daarbij tot de conclusie, dat, aangezien eischer volgens zijn akte alleen kocht het kadastrale per ceel A 10, dan ook de grens liep daar waar het kadaster de grens

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 339