334
over de schutting, in het proces kwamen de akten ter tafel en hier
uit werd geconcludeerd, dat partijen zich stilzwijgend aan het ka
daster hadden onderworpen.
Gevolg: de eene kooper verloor 2 meter tuin, de andere won
evenveel.
Ik aarzel niet dit resultaat onbillijk te noemen.
Beide koopers meenden een huis en tuin te koopen, zooals zij dat
hadden bekeken op het terrein, dus tot aan de verplaatste schutting.
Zij lieten beiden een akte opmaken en overschrijven, dingen waar
toe de wet hen verplicht, zij moesten dus velerlei kosten maken en
nu blijkt, dat de eene kooper is gedupeerd en dat den ander een on
verwacht voordeeltje in den schoot wordt geworpen.
En dit is een gevolg van de eigenaardige inrichting van ons ka
daster, dat niet alleen eigendomsperceelen kent, maar ter wille van
fiscale belangen bij zijn opzet voor 100 jaren ook tallooze „cultuur-
perceelen" als kadastrale perceelen heeft medegekregen.
Met het Rotterdamsche geval heb ik U geteekend welke gevaren
deze omstandigheid met zich mede kan brengen.
Vrijwel alle grensquaesties in de jurisprudentie bekend, zijn op
dit euvel der cultuurperceelen terug te brengen.
Ter wille van de rechtszekerheid en de billijkheid moet hierin
worden voorzien.
Een groote verbetering zou reeds worden bereikt, als op de ka
dastrale kaarten alleen maar de eigendomsperceelen waren afge
beeld.
In die richting wordt door de landmeters dan ook al voortdurend
gewerkt, maar omdat vele bestaande kadastrale nummers in hypo
theekakten zijn gebruikt, kan men niet eenvoudig maar alle aaneen-
grenzende perceelen van één eigenaar tot één eigendomsperceel
gaan vereenigen zonder in vele gevallen weer andere moeilijkheden
voor de hypotheken te gaan veroorzaken. [17]
Maar ook al zouden louter eigendomsperceelen op de kaarten
staan, dan nog zou het zeer goed mogelijk zijn, dat het gebruik van
deze nummers gevaar kon opleveren voor eventueele koopers.
Men denke bijvoorbeeld aan verkoop van kleine perceelsgedeelten
zonder acte, wat nog herhaaldelijk voorkomt: ook het verplaatsen
van scheidingen behoort niet tot de uitzonderingen, vooral in bosch-
en heidestreken, waar dikwijls een greppel, kielspit of veldkei de
grens aangeeft.