355
Ik vestig er nadrukkelijk de aandacht op, dat het een uitsluitend
ideëel doel was, dat men zich destijds voor oogen stelde. Dat is te
meer opmerkelijk, omdat de materieele positie van vooral de jongere
generatie in 1884 nog verre van rooskleurig was. Er waren toen nog
28 adspiranten in dienst, waarvan sommigen reeds meer dan 6
dienstjaren als zoodanig achter den rug hadden en toch nog 4 jaren
zouden moeten wachten op een benoeming tot Landmeter van de
vierde klasse, a raison van 900 per jaar. Toch stelde men zich met
het oprichten der vereeniging uitsluitend het bevorderen van de be
langen van het dienstvak en het verspreiden van kennis der land
meetkunde voor oogen. Eerst in 1914 werden de materieele be
langen der Landmeters officieel in het streven der vereeniging be
trokken. Zoo is dus onze jubilaresse geboren als een zuiver weten
schappelijke vereeniging ter behartiging van zuiver algemeen maat
schappelijke belangen.
Van den aanvang af was de belangstelling van de kadaster
ambtenaren voor de nieuwe vereeniging zeer groot. Er waren des
tijds 11 Ingenieurs-Verificateur, 165 Landmeters en 28 Adspirant-
Landmeters, bij elkaar dus 201 ambtenaren in dienst. Daarvan tra
den er aanstonds niet minder dan 156 tot de Vereeniging toe. Die
groote belangstelling van de vakgenooten is gebleven tot op den
huidigen dag.
De belangstelling van de buitenwereld was echter, trots het alge
meen maatschappelijke doel, slechts zeer gering. Niet meer dan 6
buiten het vak staande personen werden destijds lid van de vereeni
ging. Ook dat gebrek aan belangstelling bij het publiek is gebleven
tot op den huidigen dag.
Wie in het vereenigingsleven eenigszins thuis is, weet dat het
soms de grootste moeite kost, personen te vinden die bereid en ge
schikt zijn, de ondankbare taak van bestuurslid of redacteur te aan
vaarden. Dat is geen wonder, want het vervullen van een derge
lijke taak, naast zijn dagelijkschen arbeid en particuliere beslom
meringen, stelt zeer hooge eischen aan arbeidslust, studiezin en ge
meenschapsgevoel. Het is daarom zoo verheugend te kunnen con-
stateeren, dat de Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde in
haar 50-jarig bestaan nooit moeilijkheden met het bezetten der
leidende functies heeft ondervonden. Nooit is in onze Vereeniging
het bestuurs- of redactielidmaatschap beschouwd als een last, met
tegenzin aanvaard. Wel daarentegen als een hooge onderscheiding,