361 heid, Hollandsche nauwgezetheid ondergaan. En het resultaat daar van is van dien aard geweest, dat de Fransche Regeering van thans ongetwijfeld eenige milliarden francs zou willen schuldig zijn, in dien ons Kadaster het hare was. Door partieele vernieuwingen, maar vooral door voortdurend meer geperfectionneerde bijhouding, is ons oude, van oorsprong Fransche kadaster bezig langzamerhand een echt Nederlandsch kadaster te worden, passend op de toestanden hier te lande en op de geaardheid van ons Volk. O zeker, het is nog verre van volmaakt. Maar het is toch ook niet zoo slecht als het vaak wordt afgeschilderd. Uitgaande van de stelling, dat een boom nog altijd het best be oordeeld kan worden naar zijn vruchten, stel ik U voor, even na te gaan, hoe ons tegenwoordig Kadaster zijn taak in de samenleving vervult. Daar is allereerst het kadaster als basis voor de heffing van de grondbelasting, van andere Rijksbelastingen, van verschillende ge meentelijke belastingen, als straatbelasting e.d., en van de omslagen voor een werkelijk ontelbaar groot aantal waterschappen, veen- schappen, enz. We mogen constateeren, dat ons kadaster op dit punt weinig of niets tekort schiet. Daar is ten tweede de verzorging van de rechtszekerheid van het grondbezit. Grensgeschillen komen in ons land, vooral door de zor geloosheid van het publiek op het punt van afpaling, betrekkelijk veelvuldig voor. Maar het overgrootste deel daarvan wordt door het Kadaster, zonder veel gerucht, beslecht. En in het zeer kleine aantal gevallen dat het tot een proces komt, gaat de rechter meer en meer zeilen op het kompas van den deskundigen, onpartijdigen en over een schat van gegevens beschikkenden Landmeter van het Ka daster. Grondbezit wordt in ons land als de veiligste geldbelegging beschouwd, misschien mede omdat andere vormen van belegging in den laatsten tijd wel een en ander aan veiligheid hebben ingeboet. Daar is ten derde de ontwikkeling van het grondcrediet. De hy potheekbanken stellen in ons kadaster, men mag zeggen: een haast onbegrensd vertrouwen. Een vertrouwen, dat ons wel eens min of meer benauwt, maar dat wij gelukkig slechts zelden, en in steeds af nemende mate, beschamen. Het totaal aan openstaande hypothe caire inschrijvingen steeg van rond 1,5 milliard in 1900 tot rond 6,5 milliard in 1933. Een ontwikkeling, die alleszins bevredigend mag heeten en die duidelijk demonstreert de geweldige economische be-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 369