366
Verslag van de 5Iste Algemeene Vergadering der
Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde, gehouden
in «Pulchri Studio te 's-Gravenhage, op 20 October 1934.
Aanwezig volgent He Presentielijst 106 leden: Van Aggelen. Alberda, Alferink,
Arnold, Berendsen, G. S. J. v. d. Berg, Best, Brouwer, Bruins, Burger, Degenhart,
Dejongh, Dik, Disselhof, Dogterom, Van Dijk, R. Dijkstra, Eefting, Eggens,
Eisenga, Eisinga, Feringa, M. F. Ferwerda, Fortuin, Glerum, Greve, Griep, Van
Groningen, Grooters, Guichard, Haasbroek, Hardorff, Harkink, H. C. Hartman,
A. Heezemans, Heines, Henkei, Hennink, Hof, Hol, Hoogenboom, Hornix, Horst-
mann, Houben, Hoving, Ilsen, R. Iwema, J. H. Jonas, O. J. Jonas, Jongedijk,
Jonker, J. Kater, Kiers, Kikkert, Kloosterboer, Kluvers, De Korver, Krom, Man-
dersloot, Meindersma, Van der Molen, Neuteboom, Nieuwenhuizen, Noltée, Mej.
Nottelman, Nunnink, Ten Oever, Olie, Mej. G. Oostingh, Van Osch, Pentinga,
H. J. Pieters, J. H. Pieters, Polêe, Poortman, E. Prinsen, L. G. Prinsen, Ragut,
Rethmeier, Van Riessen, Rietsema, Roborgh, J. H. Sanders, Van der Schaaf,
Scheffer, Schermerhorn, Schut, Schuurman, H. F. C. Smeulders, Smit, Staal,
Stakman, Stoorvogel, Tepper, Tienstra, Verhage, Vermeulen, E. Visser, W.
Visser, Van der Voort, De Wal, Warners, Van der Werff, De Wit, Wolthuis
en Wolters.
a. De Voorzitter, de heer O. J. Jonas, zegt in zijn openingsrede, dat het
hem een genoegen is, zoovele leden het welkom te mogen toeroepen op dezen
dag, volgende op de geslaagde herdenking van het 50-jarig bestaan onzer Ver-
eeniging.
Het jubileum gaf een gereede aanleiding het verleden nog eens op te halen en
een overzicht te geven van het heden.
Echter ook aan de toekomst moet worden gedacht, want wil een herdenking
blijvende waarde verkrijgen, dan moet uit die herdenking een stimulans geput
kunnen worden voor het streven in de komende jaren.
Dit geldt te meer voor onze vereeniging, daar speciaal bij de beoefening van
onze wetenschap men veelal niet kan volstaan met te voldoen aan de eischen van
het heden, maar ten volle rekenschap moet worden gehouden met toekomstmoge
lijkheden.
De herdenking heeft ons wel doen beseffen, dat het verkrijgen van wettelijke
bepalingen of wetswijzigingen voor veranderingen en verbeteringen van ons ka
daster niet zoo licht te verwezenlijken zijn, maar ook, dat meer en meer het in
zicht veld wint, dat bedoelde wettelijke bepalingen veel meer de wijze van proces
voering zullen beinvloeden, dan dat zij de intrinsieke waarde van het Kadaster
sterk zullen verbeteren. Deze waarde houdt echter ten nauwste verband met zijn
technische volmaaktheid. In dit opzicht is het nuttig te kunnen concludeeren, dat
de jurisprudentie langzamerhand, samengaande met de geleidelijk verbeterde
techniek van ons vak, een anderen koers schijnt in te slaan en daarom moet dan
ook de volle aandacht momenteel wel op de primaire technische zijde van het
kadastrale vraagstuk gericht zijn.
Naar uitbreiding van goede vastleggingen moet worden gestreefd. Er wordt