41
90° verschillen. Het zijn, zooals bekend, de 4 richtingen van de
assen van de foutenkromme.
Men wordt eveneens tot (15) gevoerd, als men vraagt voor
welke waarde van 0, Q^, een maximum of minimum wordt. Men
moet het differentiaalquotient van (14) naar 0 gelijk nul stellen.
Men krijgt:
- 2 (Q sin (-) -f Q cos 0) (Q cos 0 Q sin 0) Q 0
d 0 J
(Literatuur over de foutenkromme van een punt:
Jordan, Vermessungskunde, deel I, 7e druk, pag, 423 e.v.)
Het invoeren van symbolen blijkt dus inderdaad vereenvoudiging
te bieden. De overzichtelijkheid van de formules en van de
berekening is er ten zeerste mee gediend. Ofschoon wij in deze
korte uiteenzetting ons uitsluitend beperkt hebben tot toepassingen
bij het vraagstuk der indirecte waarneming, kunnen uiteraard ook
bij het andere grondvraagstuk, nl. dat van de vereffening met
voorwaardenvergelijkingen, de symbolen toepassing vinden en ook
daar hetzelfde nut bewijzen. Van symbolen wordt in het alge
meen in de wiskunde een ruim gebruik gemaakt. Overal vinden
zij toepassing, waar zij tot vereenvoudiging kunnen voeren. Zoo
moet a~2 ook tot de symbolische schrijfwijzen gerekend worden;
de exponent 2 is een symbool.
Verder moet men bedenken, dat de invoering van symbolen
niets nieuws brengt. Men stelt alleen bekende vormen op een
andere wijze voor. De beteekenis van de invoering moet dan
ook gezocht worden in het feit, dat zij door de vereenvoudiging
een dieper en verder doordringen in de stof mogelijk maakt.
Literatuuroverzicht (Tijdschriften).
(De met aangeduide tijdschriften zijn niet aanwezig in de bibliotheek der
Vereeniging.)
Allgemeine Vermessungs-Nachrichten (Duitschland).
1933/42. Mittelstaedt: Nochmals die Konvergenzmasze des Vierecks.
4447. K. B 1 a s z Maschenweise Uebertragung von Koordinaten einer selbstan-
digen alteren Triangulierung in das System einer selbstandigen neuen Triangu-
lierung und umgekehrt. 45. K. Lüdemann: Zur Entwicklungsgeschichte der
neueren geodatischen Doppelbild-Entfernungsmesser. 4850. J. Köhr: Beitrag