52
men, dat verschillende landmeters van het Kadaster er ook lid
van zijn.
De werkzaamheden van de particuliere landmeters bestaan, zooals
de afd. Gent aangeeft, o.a. in:
a. Schatting onroerende goederen, b. Schatting voor onteige
ningen, c. Schatting boomen en bosschen, d. Schatting hakhout,
e. Landbouwprijzijen,1) f. Opmetingen van gronden, g. Verkave
ling van gronden lotissements)h. Afpalingen, i. Opmaken staat
van eigendom (état des lieux), j. Regeling gemeenzaamheid muren,
k. Meting van werken aan gebouwen, 1. Waterpasmeting, m. Af-
lijningsplan, n. Schatting hypothecaire belegging.
Ook komt er combinatie van beroepen voor, zooals architect en
landmeter.
Om het beroep van landmeter te mogen uitoefenen moest men
vóór den oorlog het landmeterspatent bezitten. Thans zijn de voor
waarden: le. diploma, 2e. beëedigd zijn na een stage van 18 maan
den bij een beëedigd landmeter.
Het vrije landmetersberoep is dus beschermd.
Ofschoon meten vóór verkoop van een gedeeltelijk perceel niet
verplichtend is, wordt het in den regel gedaan. Van de opmeting
wordt vaak een opmetingsplan gemaakt of een procesverbaal, dat
dus een betrouwbare grootte bevat.
De Belgische vereenigingen op landmeetkundig gebied ijveren er
voor, dat geen akte van verkoop zou mogen verleden worden zonder
bijbehoorend opmetingsplan.
Zoo behandelt R. in het Tijdschrift voor Landmeetkunde en
Schattingswezen (4e Termijn 1933) ,,Het Proces-Verbal van Me
ting"; in dit artikel wordt geklaagd, dat sommige Notarissen begin
nen over te dragen gedeelten van kadastrale perceelen door alleen
lengte en breedte te noemen, wat ondertusschen bij ons helaas sche
ring en inslag is.
Ook houden de landmeters zich bezig met uitbreidingsplannen.
Zoo komt b.v. in den 3en Termijn 1933 van het zooeven genoemde
Tijdschrift een artikel voor: ,,Het Urbanisatieplan van Antwerpen's
linker Scheldeoever" met 6 afbeeldingen van verschillende plannen,
waarin deze zin voorkomt:
x) Prijzij is de vergoeding, waarop de uittredende pachter recht heeft voor
aangebrachte verbeteringen, voor het werk, het zaaisel en de mest, besteed aan
de te velde staande gewassen, enz. Red.