75
voor het inmeten van enkele scheidingen, met kad.-steenen verzekerd, omdat hier
geen gevaar bestond voor uitstuiving zooals boven op de duinen.
De hoekmeting. In de driehoekspunten werden de richtingen op driehoekspun-
ten 8 maal ingesteld, die op veelhoeks- en meetpunten 4 maal.
De lengtemeting. Tusschen twee driehoekspunten op het vlakke terrein werd een
basis gemeten. De detailmeting vorderde al heel weinig tijd. Over iederen be
paalden huishoek (m.p.) werd een meetlijn getrokken, gericht op een bekend
driehoekspunt. Aan die lijn werd een grens van het erfpachtsperceeltje opgemeten,
die als basis diende voor de verdere opmeting van huis en erf, aangezien de meet
lijn zelf in de meeste gevallen te ongunstig van richting was, om daar direct de
zaak aan op te meten. De meetlijn werd niet doorgemeten tot het driehoekspunt,
waarop hij gericht was.
Steeds werd de afstand gemeten van een hoek van een perceel tot een hoek
van het dichtstbijzijnde perceel, zoodat ze twee aan twee gecontroleerd waren.
De berekening vorderde minder tijd dan men zoo op het oog zou verwachten.
Nadat de coördinaten van de Snelliuspunten waren vastgesteld, werd de drie
hoeksketting berekend. Na de driehoeks-azimuthsvereffening werden met behulp
van de gemeten basis de lengten van de driehoekszijden berekend en kon de po
lygoon, gevormd door de driehoekspunten op de duinen, worden berekend. Uit
gaande van Snelliuspunt A werd voor het Snelliuspunt B,B' gevonden. Richting
en afstand AB en AB' werden berekend, het geheele net werd gedraaid over den
verschilhoek en de log. afstanden werden verminderd met (logAB'logAB). Nu
werd de zigzagpolygoon berekend, waarin alle driehoekspunten voorkomen. Van
A uitgaande, moest B nu sluiten.
Door afrondingen trad toch nog een verschil op van 2 cm in een van de coör
dinaten, hetgeen op de gewone wijze werd vereffend door deze over de 2 langste
zijden te verdeelen. Voor de berekening van losse polygoonzijden (blinde dar
men), verminderde ik den log. afstand met (logAB'logAB), zijnde de correctie,
die de gemeten lengte moet ondergaan om de lengte in de kaart te krijgen. Be
houdens beinvloeding door toevallige fouten, is de systematische fout in de lengte
meting nu geëlimineerd, a.h.w. de geheele meting verkleind naar rato van de verhou
ding tusschen gemeten basis en de projectie er van in de kaart. Uit de nu bekende
coördinaten van de driehoekspunten werden de veelhoekspunten berekend. De
meetpunten werden berekend in een tabel, analoog aan de berekening van de
voorloopige coördinaten van een driehoekspunt bij voorwaartsche insnijding.
Links alle bewerkingen gefabuleerd, daarachter voor ieder punt een kolom. Door
dat steeds gelijke bewerkingen voor de verschillende punten konden worden uit
gevoerd, kostte dit betrekkelijk weinig tijd.
Bij de kaarteering ging ik feitelijk evenzoo te werk als bij de detailmeting,
alleen wil ik nog even noemen het groote belang van een controle-afstand tusschen
twee perceelen. Hiermee zijn de berekening van de coördinaten van de meetpun
ten, de kaarteering er van, de richting van meetlijn naar driehoekspunt (verwisse
ling zou mogelijk zijn) en het gebruik van de juiste schaal, gecontroleerd.