81 kracht winnen, indien het personeel, dat leiding behoeft, aan wezig is. Echter dient het examen de volle garantie te geven, dat de prak tische bekwaamheid van den geëxamineerde aan tamelijk hooge eischen voldoet. Wij achten dit alleen mogelijk, indien de candidaat kan aantoonen, dat hij reeds gedurende bepaalden, niet te kort te stellen tijd in de praktijk werkzaam was. Een wijze van examineeren, die iets weg zóu hebben van het laten opzeggen van een ,,van bui ten geleerd" lesje, wijzen wij daarom met groote stelligheid van de hand. Het is feitelijk onuitvoerbaar, alle werkzaamheden, welke in de lagere landmeetkunde worden verricht en alle instrumenten, welke daarbij worden gebruikt, in het onderzoek te betrekken, te minder daar bepaalde verrichtingen, die voor den eenen dienst van het hoogste belang zijn, voor den anderen van weinig of geen beteeke- nis worden geacht. Het examen zal zich daarom n.o.m. moeten bepalen tot de ele mentaire handelingen en de instrumenten in hun meest voorkomende vormen. Tijdens het examen zal de examinandus blijk moeten ge ven, over voldoende inzicht, intellect en handigheid te beschikken, om zich later te kunnen aanpassen in de speciale richting, die hem door zijn werkgever zal worden aangewezen. Reeds aanstonds bleek het onze commissie, dat aan de invoering van het examen groote praktische bezwaren verbonden zijn. Tal van factoren, die oogenschijnlijk niet optreden, wanneer een examen van overheidswege wordt gehouden, schenen aanvankelijk evenveel on overkomelijke bezwaren voor een „particulier" examen te zijn. Niet dan met groote inspanning en zich beperkende tot het allernood zakelijkste, is onze commissie er tenslotte in geslaagd, de regeling te ontwerpen, die in de volgende afdeeling wordt geschetst en n.o.m. voor verwezenlijking vatbaar is. Niettemin zijn wij er van doordrongen, dat de praktische uitvoe ring, ook van een zoo sober mogelijk gehouden examen, niet alleen bepaalde eischen zal stellen aan de kas van onze Vereeniging, maar ook en vooral aan het idealisme van de leden, die zich met het examineeren zullen willen belasten. Het offer, dat zij zich daarvoor zullen hebben te getroosten, zal getuigen van hun groote genegen heid voor de Vereeniging, maar meer nog voor het vak, dat zij zich eenmaal hebben gekozen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 81