84 tingen voor wegaanleghebben wij in bijlage D de verdeeling voor één week ontworpen, waarbij de candidaten zijn aangeduid met A, B, C, enz. en de meetarbeiders met 1, 2, 3, enz. Hieruit blijkt: a. in één week worden 7 candidaten geëxamineerd; b. alle candidaten op één na, behoeven slechts drie achtereen volgende dagen te 's-Gravenhage te zijn; die ééne moet dus iemand zijn, die in of nabij Den Haag woont; c. op één dag is een vijfde meetarbeider noodig; de overige da gen kan met vier meetarbeiders volstaan worden. Kostenberekening Het is nu mogelijk geworden eenig inzicht in de kosten te krijgen. Wij gaan er van uit, dat de examinatoren, leden van de Vereeni- ging, zich belangeloos aan hun werk wijden, behoudens vergoeding van reis- en verblijfkosten, indien 's-Gravenhage niet hun stand plaats is. Wij hebben voorts gegronde hoop, dat instrumenten e. d. van een overheidsdienst in bruikleen verkregen kunnen worden. Het dagloon van een meetarbeider, met inbegrip van vertering („koffiegeld op 4.50 stellende, bedragen de arbeiderskosten per week of per 7 candidaten: 112.50, dus per candidaat onge veer 16.Met bijkomende onkosten (porti, drukwerk, enz.) lijkt het ons aan den voorzichtigen kant geschat, als we de kosten per candidaat op 20.begrooten. Naar aanleiding van informa ties, die wij over andere examens ingenomen hebben, zouden wij willen voorstellen, van eiken candidaat 10.— examengeld te eischen en, bij slagen, 5.— extra voor het diploma. Gesteld, dat de helft van de candidaten slaagt, blijven er voor de Vereeniging onkosten per candidaat ten bedrage van 7.50. Wij meenen vrij optimistisch te zijn, als we het aantal candida ten, dat zich zal opgeven, schatten op 20. In dit geval zou het exa men dus 150.aan de Vereeniging kosten, wat ons geen groot bezwaar lijkt, in aanmerking genomen, dat de Vereeniging de wen- schelijkheid van het instellen van het examen reeds heeft uitge sproken en er dus wel iets voor over zal hebben. Het lijkt niet onmogelijk, dat, zoodra het examen in een behoefte zal blijken te voorzien, de betrokken diensten en instellingen zich er geldelijk voor zullen gaan interesseeren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 84