85
Eischen voor toelating tot het examen.
Ten einde tot deelneming aan het examen te worden toegelaten,
behooren n.o.m. de candidaten aan de volgende eischen te voldoen:
a. het examengeld moet bij den Penningmeester van de Vereeni-
ging zijn gestort;
b. de candidaat moet een afschrift van zijn geboorteakte over
leggen, waaruit blijkt, dat hij op 1 Januari van het jaar, waarin het
examen wordt afgenomen, den 19-jarigen leeftijd heeft bereikt;
(Het stellen van een maximumleeftijd lijkt ons niet gewenscht,
daar de mogelijkheid voor iemand, zijn kundigheden uit te breiden,
ook op lateren leeftijd, o.i. moet blijven).
c. de candidaat moet bewijzen kunnen overleggen, dat hij reeds
ten minste gedurende één jaar de landmeetkunde praktisch heeft be
oefend, alsmede een werkstuk kunnen toonen (veldwerk, kaart met
constructie, of fotocopie), waarop door zijn werkgever of opleider
een verklaring is gesteld, dat het werk door den candidaat persoon
lijk is uitgevoerd.
Niet tot het examen zullen worden toegelaten, zij, die reeds twee
maal zonder gunstig gevolg hetzelfde examen hebben afgelegd.
Examencommissie.
Bij een aantal van 20 candidaten zou het examen te 's-Graven-
hage drie weken duren. Daar de examinatoren er als regel verlof
voor zullen moeten nemen, is het natuurlijk niet van hen te eischen,
dat zij er drie weken verlof voor zouden opofferen. Dit is echter niet
noodig, want het is zeer zeker mogelijk, de drie candidaten, die op
een bepaalden dag aanwezig zijn, binnen zoo n kleine oppervlakte
te werk te stellen, dat één examinator gemakkelijk eenig toezicht op
hen allen kan houden. Zijn dus van te voren in de examencommissie
(die wij ons, bij een aantal van 20 candidaten, uit drie personen
denken te bestaan) de opgaven besproken en vastgesteld en even
tueel op het terrein uitgezet, dan behoeft ieder der examinatoren
slechts één week verlof er aan te besteden. Wij twijfelen niet, of er
zijn in de buurt van 's-Gravenhage wel leden van de Vereeniging te
vinden, die dit voor dit doel over zullen hebben.
Het schijnt ons gewenscht, dat een rouleeringssysteem voor de
examinatoren wordt vastgesteld, zoodanig, dat telkens één lid voor
het eerst als zoodanig optreedt.
Voor een gelijkmatige beoordeeling zal het noodzakelijk zijn, dat