86 de drie examinatoren een paar keer per week des avonds bijeen komen ter bespreking van de bevindingen; ook na het examen zul len nog eenige vergaderingen gehouden moeten worden ter vast stelling van de resultaten. Het komt ons gewenscht voor, dat het schriftelijk examen eeir paar weken vóór het Haagsche examen plaats heeft. Uit het schrif telijk werk kent de examinator dan den candidaat reeds eenigszins en weet hij, waar speciaal bij het praktisch meten op te letten. Bovendien kan hij dan, onder het praktisch werk door, eens een enkele vraag aan den candidaat stellen, waardoor een twijfelachtige meening over het schriftelijk werk tot een beslist oordeel kan groeien. Terrein. Over het algemeen vinden wij het niet gewenscht, dat de opgaven betreffende het praktisch meten en waterpassen geheel gefingeerd zijn, bv. met behulp van piketten. Veel beter achten wij het, vooral als we denken aan de soort technici, die wij met dit examen bedoelen te kweeken, dat de opgave een zuiver in de praktijk, vooral in die van dergelijke technici, voorkomend geval is; bij een groot kunst werk, een kruising van spoorbaan, weg en kanaal op verschillend niveau, kunnen uitstekende opgaven gegeven worden voor detail meting, hoekmeting en waterpassing tegelijk, zonder dat de candi- daten elkaar te veel in den weg loopen. Wij kunnen binnen de Ge meente s-Gravenhage reeds een dergelijke, zeer gunstige plaats aanwijzen. Daar in den regel zoo n complex grootendeels openbaar terrein is, ontstaan er ook geen groote moeilijkheden met het ver krijgen van toegang. AFDEELING III. INLICHTINGEN VAN DIENSTEN EN INSTELLINGEN. Om te onderzoeken of onze conclusies voldoende gestaafd wor den door de meeningen van die diensten en instellingen, welke, vol gens het oordeel van de Vereeniging, gebaat zouden zijn met de in voering van het examen, hebben wij de enquête gehouden, waarvan gesproken is in de Inleiding. Onze bedoeling was in de eerste plaats, te onderzoeken, in hoe verre die diensten, enz. behoefte hebben aan landmeetkundig per soneel en welke eischen zij aan dat personeel meenen te moeten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 86