89 van den eigen dienst zelf. De praktijk heeft mij geleerd, dat men de voor het laatste noodzakelijke vaardigheid en kennis ook met succes in den Dienst zelf kan aanbrengen. De beteekenis van dit diploma zou echter voor de beoefening van het vak landmeten als geheel gezien in ons land veel grooter zijn dan uit de som van de belangen van elk der afzonderlijke diensten zou kunnen blijken. De waarde van gelijkvormige en vooral van gelijkvormige goede methoden, die tot uitdrukking komen in de aanrakingspunten der verschillende naar coördinatie strevende dien sten, is hiervoor een bewijs. Ook het feit, dat men door middel van de examen- eischen de praktische methoden, toegepast door de uitvoerende organen in het landmeten kan beïnvloeden, is een groot voordeel, indien men aanneemt, dat het mogelijk zou zijn, deze exameneischen vrij te houden van de zucht naar examina torenraadseltjes en hierbij de praktische werkzaamheden in het landmeten een maximalen invloed schenkt. Vraag 5. Voorop zij gesteld, dat ik hieronder geen poging zal doen, een soort examenprogramma op te stellen, dat speciaal op onzen Dienst zou zijn ingesteld. Ik kan mij daarvoor trouwens ook te weinig losmaken van mijn meer algemeene gedachten aangaande de eischen, die ik aan dit diploma zou willen stellen. Voorop dient te worden gesteld, dat de praktische uitvoering der landmeet kundige handgrepen de hoofdzaak dient te zijn. Wil het diploma voor onzen Dienst waarde bezitten, dan moeten wij de zekerheid hebben, dat dit niet wordt uitgereikt zonder dat de candidaat minstens 1 a 2 jaar, liefst niet minder dan 2 jaar, daadwerkelijke praktijk in het vak achter den rug heeft. Hierbij zal niet elke bezigheid in het landmeten als deugdelijke praktijk kunnen worden aanvaard. Het liefst zou een examencommissie zich te dien aanzien zekerheid hebben te verschaf fen door inzage van origineelen of fotocopieën der gedurende dezen praktijktijd vervaardigde werkstukken. Zal dit diploma aan de bedoeling beantwoorden, dan dient men in het oog te houden, dat het verschil met het examen van een academisch gevormd landmeter o.a. ligt in het volgende: indien laatstgenoemde zijn landmetersexamen gedaan heeft en zijn diploma krijgt, is dit diploma als het ware op te vatten als een certi ficaat voor de mogelijkheden, die de houder van het diploma in zich bergt, terwijl er de gedachte aan verbonden is, dat de praktische ervaring slechts in geringe mate aanwezig is. Het door Uw commissie bedoelde diploma voor landmeet kundig assistent wordt verstrekt op grond van de direct aanwezige vaardigheid, die bewezen is door een toepassing in de praktijk van het leven. Het duidt alleen aan, dat de kennis, die men heeft en de vaardigheid, waarover men beschikt, goed is en dat men tevreden kan zijn, indien deze in de toekomst gelijk zal blijven. Voor den man, die het landmetersexamen aflegt, zou dit laatste de ergste misluk king beteekenen, immers van hem wordt op grond van zijn opleiding een sterke groei verwacht. Zoowel voor het algemeen als ook voor den meetkundigen dienst van den Rijks waterstaat, zal het geraamde diploma alleen waarde kunnen bezitten en tot zijn recht komen, indien men dit onderscheid in alle scherpte en tegenover de candi- daten ook zonder pardon handhaaft. Vandaar mijn eischen aangaande de praktijk, die men moet bezitten, alvorens men tot het examen wordt toegelaten. Dat in de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 89