"Kf=
7 V T
q_b _L
qa 21
121
(Vgl. Jordan II/l 118, waar echter het eerste minteeken in den
teller een drukfout is en dient vervangen te worden door een plus-
teeken)
Voor niet te kleine waarden van n en N kunnen uit de boven ont
wikkelde formules 14) t.m. (20) de volgende benaderingen worden
afgeleid:
qa s
Qb s
m 1 n3
mil/ n3
- p t V 12
m 1 n3
7 192
m 1 n N2
2 p V 12
m 1 I /"n3
-S 2p(t+\)V 12
qd= s
Uit de 2e en 4e dezer formules is duidelijk te zien, welk een groo-
ten invloed het vergrooten van het aantal t) tusschenazimuths heeft.
Uit de eerste twee formules volgt:
dus: de midd, zijdelingsche afwijking van het eindpunt van den
eenzijdig volledig aangesloten trek losse trek") wordt door het
1 e
bepalen van t tusschenazimuths gereduceerd tot het gedeelte.
Voor t 1 gaat deze conclusie over in den regel, welke in Jor
dan II/l, 118 wordt gegeven: ,,Durch den beiderseitigen Rich-
tungsanschluss wird also gegenüber dem einseitigen Anschluss der
mittlere Querfehler des Endpunktes bereits auf die Halfte re-
duziert".
Een analoge conclusie volgt uit vergelijking van qd met q
qd_ 2
q,. t -j- 1
dus: de midd.zijd. afwijking van het middenpunt van den twee
zijdig volledig aangesloten trek wordt door het bepalen van t tus-
2 e
schenazimuths verminderd tot het gedeelte. Uit deze benade
ringsformule zou volgen, dat door het bepalen van één tusschen-