122 azimuth t 1de middelbare zijdelingsche afwijking niet zou ver minderen. Uit de exacte formules volgt echter, dat er wel eenige vermindering optreedt, zij het dan ook uiterst gering. We komen hierop nog uitvoeriger terug. Tenslotte wordt nog opgemerkt: qa_ 4t_ qe qb t 1 Ti dus (voor t 25; 1): de „gunstige invloed'' van tusschenazimuths is in een eenzijdig aangesloten polygoon twee a viermaal zoo groot als in een trek, die tweezijdig is aangesloten. Nogmaals wordt echter opgemerkt, dat de tusschenazimuths tot nu toe foutloos zijn gedacht. 4. Invloed van onnauwkeurigheid van de tusschenazimuths. 1 In de inleiding werd reeds opgemerkt, dat de fouten van tusschen azimuths geheel onafhankelijk zijn van de hoek- en lengtefouten van den polygoon. Wordt dus de middelbare zijdelingsche afwijking van een willekeurig punt, veroorzaakt door de onnauwkeurigheid van de tusschenazimuths, voorgesteld door Q', en de afwijking ten gevolge van de polygoonhoekfouten evenals in het voorgaande door Q, dan is volgens de wet van de foutenvoortplanting de totale mid delbare zijdelingsche afwijking van een willekeurig punt van den trek Q KQ2 Q'2 (21) en voor het middenpunt of eindpunt: q l/q2 q'2 (22) Voor de afleiding van formules voor Q' kunnen de polygoon- hoeken foutloos worden verondersteld. b. De eenzijdig volledig aangesloten trek met t tusschenazimuths. De gemeten tusschenazimuths zijn o!de ware waarden a, de ware fout r, dus o.' o. -j- r. De hoekensluitfouten zijn dus: «0 Ml1 aN xo aS Tl rl (Mn 1 ^ÏN XN rl "1" Mn 1 ri ~r 1) Een aansporing tot dit gedeelte van het onderzoek dank ik aan den heer T i e n s t r a.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 122