„>ml /lEKEm
w n
133
fout van het T Ne azimuth, berekend uit de polygoonhoeken, vol
gens Jordan II/l, 117:
KTN(n-TN)
n
Dat nu de middelbare fout in het T e tusschenazimuth:
kan zijn, terwijl tevens volgens (45) en (46):
g. <C A2 m of A3 m (resp. voor n even of oneven)
dus, dat:
a (a vl T N (n TN) v
A2 of A3>[/ l (48j
kan zijn, blijkt weer uit de tabel 1, waarin het tweede lid van deze
ongelijkheid is berekend voor T= 1, T en T
2 N 2 N
(kolommen 8, 9 en 10).
Met het doel de middelbare fout van de tusschenazimuths te kun
nen vergelijken met die van het onnauwkeurigste der overeenko
mende polygoonazimuths, werd in de tabel T (voor eenzijdig
aangesloten trek), of T (voor tweezijdig aan
gesloten trek) gesteld, voor welke waarden de vormen, |/~T N,
X TN(n-T N)
resp. y/ maximaal worden.
Het blijkt nu uit de tabel, dat ook voor deze maxima kan worden
voldaan aan (47) en (48), dus dat in bepaalde gevallen de tus
schenazimuths den polygoon kunnen verbeteren zelfs wanneer ze
onnauwkeuriger zijn dan het onnauwkeurigste der overeenkomende
polygoonazimuths. In dat geval zijn alle tusschenazimuths onnauw
keuriger dan hun overeenkomende polygoonazimuths.
Duidelijk blijkt hieruit de aanvechtbaarheid van de stelling van
B. Dubuissonin zijn artikel „Note sur la précision d'un azimut
astronomique („Journal des Géomètres et Experts Francais, jg.
1929, blz. 182): „Cette nécessité (de refaire une visée solaire) se
fera sentir lorsque la combinaison des erreurs accidentelies de
mesure d angle sera de l'ordre de Terreur d'orientement solaire".