Pm2+ m (N-P)»^-^-^»
134
(Trouwens niet de eenige onnauwkeurigheid in dat artikel.) Uit het
bovenstaande blijkt n.l., dat die noodzakelijkheid zich veel eerder
kan doen gevoelen.
Teneinde de werking van de tusschenazimuths nog te verduide
lijken, is het nuttig, de middelbare fout te bepalen van de azimuths
van alle zijden van den polygoon-met-tusschenazimuths. Gevraagd
dus te bepalen de middelbare fout van het (T N P)c azimuth.
Daar eventueele coördinatenaansluiting van het eindpunt geen
invloed heeft op de azimuthsvere ffening, zal men behoudens een
afwijking voor T t, voor de eenzijdig en de tweezijdig aangesloten
polygonen dezelfde formules krijgen.
Het aandeel, geleverd door de onnauwkeurigheid van de poly-
goonhoeken, wordt gegeven door (4):
p
^tn p=£tn i £tn 2 -- ^tn p— n Mtn 1
dus
m
Het aandeel, geleverd door de onnauwkeurigheid van de tusschen
azimuths, is volgens (23):
N P P
voor 0 T t5TN+P - rT 4 rT r
Door hierin T 0, resp. T t te stellen, vindt men, in verband
met r0 0 en rt 1 0
P -
voor T 0: ^tn p N7"1
N - P
T t: °t n p n Tt
De middelbare fout in het (TN P)e azimuth wordt dus in totaal:
T 0: °Vn p=4 k NP(N - P) m^+ PV
0 T t: =^)/NP(N-P)m2+|(N-P)2+P2!7 (49)
T t=^1/NP(N-P)m2 (N-P)^2
N P. _i__l —to 4-4-1? 1
(«TN 1 £TN pl TN P 1 +N
/N P\2 /P\2/x, ni 1P (N P)
"TN P