V
136
met drie tusschenazimuths (formule (49), waarin g. 10" is ge
steld). Men ziet, dat door de toepassing van tusschenazimuths de
azimuths deels beter, deels slechter worden. Dat de middelbare zij-
delingsche afwijking nochtans vermindert, blijkt uit de laatste rij
van tabel 2, waarin voor s 200 m de midd. zijd. afwijking van
eindpunt of middenpunt is genoteerd, berekend met de formules
(35) (38).
5. Vergrooting van het aantal tusschenazimuths.
In dit hoofdstuk zal worden nagegaan, welken invloed het ver-
grooten van het aantal tusschenazimuths heeft op de zijdelingsche
afwijking van het eindpunt of middenpunt van den trek.
Daartoe beschouwen we eerst de zijdelingsche afwijking, voor
zoover die wordt veroorzaakt uitsluitend door de hoekfouten, daar
na de zijdelingsche afwijking, veroorzaakt uitsluitend door de tus-
schenazimuthfouten en tenslotte de totale zijdelingsche afwijking.
Vervangt men in de formule (16) N door en in de for
mules (17) en (19) N door - p dan krijgt men de zijdelingsche
afwijking als functie van n en het aantal tusschenazimuths t:
m /- n(n2—.~/j
qb s p V 1212
mil /Z n (n2 2 n 2) (n2 t l2)
qd S J n— 1 48 (t l)2
(n even, t oneven) (51)
qd s -
ml/ (n2 t l2) 4 n21 4- n2 3 (t l)2
192 n (t l)3
(n oneven, t even) (52)
Uit deze vormen is onmiddellijk te zien, dat vergrooting van t
een vermindering van de zijdelingsche afwijking q tengevolge heeft.
Wat betreft den invloed van de onnauwkeurigheid van de tus
schenazimuths zelve, merken we op, dat de vergrooting van het aan
tal tweeërlei gevolg heeft, n.l.:
Ie. het aantal tusschenazimuths, dus ook het aantal fouten,
wordt grooter, waardoor de zijdelingsche afwijking q' grooter wordt.
2e. de invloedssfeer van elk tusschenazimuth, dus ook van zijn
fout, wordt kleiner (doordat de onderlinge afstand der tusschen-