f
140
schenazimuths vindt men in de figuren 6, 7 en 8. In fig. 6 is voor
resp. 0, 2, 4, 6 en voor n resp. 16, 32, 48, de middelbare zijde-
m
lingsche afwijking qb van het eindpunt van
den eenzijdig aangesloten trek gegeven als
ordinaat (op schaal 1 s m") bij een abscis
gelijk aan het aantal tusschenazimuths t.
De fig. 7 en 8 geven op dezelfde wijze
grafische voorstellingen van de middelbare
zijdelingsche afwijking qd van het middenpunt
van den tweezijdig aangesloten trek, voor
resp. 0, 1, 2, en n resp. 16, 32, 48 (fig. 7)
m
en n resp. 15, 33, 45 (fig. 8).
Teneinde interpolatie voor andere waarden
van n mogelijk te maken, zijn de uitdruk
kingen (36), (38) en (40), welke streng ge
nomen slechts gelden voor geheele waarden
van N, opgevat als continue functies. Daar-
f"
>/0
s>
f*-7
/4o-
m.2
■4 o