145
n oneven, t even). Als bijzonder geval van een veelhoek met tus-
schenazimuths (n.l. voor N 1), kwam de boussolepolygoon ter
sprake.
Bij foutloos veronderstelde tusschenazimuths, dus feitelijk bij re
latief zeer onnauwkeurige hoekmeting, bleek de zijdelingsche af
wijking bij benadering omgekeerd evenredig te zijn met het aantal
tusschenazimuths, terwijl de gunstige werking in den eenzijdig aan
gesloten trek twee tot viermaal zoo groot is als in den tweezijdig
aangesloten veelhoek. Het onderzoek naar den invloed van de fou
ten van de tusschenazimuths leverde als eerste belangrijke gegeven,
dat het voor de practijk aan te bevelen is, alle tusschenazimuths met
dezelfde nauwkeurigheid te meten. Vooropstellende, dat die nauw
keurigheid ten minste zoo groot moet zijn, dat de polygoontrek niet
slechter wordt, dus dat de middelbare zijdelingsche afwijking van
eindpunt of middenpunt niet grooter wordt, werden formules opge
steld voor de minimum relatieve (vergeleken met de hoekmeting)
nauwkeurigheid van de tusschenazimuths. Enkele voorbeelden hier
van, opgenomen in tabel 1, wijzen uit, dat aan de tusschenazimuths
in den tweezijdig aangesloten polygoon veel scherper eischen moe
ten worden gesteld, dan aan die in den trek met eenzijdige aan
sluiting. Met het toepassen van één tusschenazimuth in het midden
van eerstgenoemden polygoon zal men uiterst voorzichtig moeten
zijn, daar de minimum nauwkeurigheid in dit geval zeer groot is.
Dit blijkt uit tabel 1 en ook uit grafiek 5 waar de q ,-curven bij
t 1zelfs voor foutloos aangenomen tusschenazimuths dus
0), de qc-rechten gevaarlijk dicht naderen. Gewoonlijk zal
het economischer zijn het aantal der tusschenazimuths te verhoogen
en te volstaan met geringer nauwkeurigheid.
De eenigszins paradoxale conclusie, dat het principieel niet nood
zakelijk is, dat de tusschenazimuths nauwkeuriger zijn dan de over
eenkomstige, uit polygoonhoeken te berekenen azimuths, wordt dui
delijk, wanneer men bedenkt, dat in elk geval het tusschenazimuth
de voortplanting der hoekfouten stuit en dus bijdraagt tot verbe
tering van den trek. De tegengestelde werking, welke wordt uitge
oefend door zijn eigen onnauwkeurigheid is onder zekere voorwaar
den geringer. Verder werd aangetoond en in tabel 2 geïllustreerd
met een voorbeeld, dat door toepassing van tusschenazimuths de
tusschenliggende polygoonazimuths deels beter, deels slechter kun-
(Jj