150 maakt worden op hun verkeerde handelwijze, kunnen we misschien verwachten, dat in de toekomst een dergelijke bewuste overtreding van art, 671 B.W. nagelaten wordt. Toch vrees ik, dat ondanks den aandrang van Regeeringswege, het euvel niet geheel de wereld uit te krijgen zal zijn. In den regel toch zullen de voorbereidingen voor aankoop en het opmaken van de akten zooveel tijd vorderen, dat de uitvoering der werken te lang uitgesteld zou moeten worden. En het is dan ook te verklaren, dat vele Waterschappen en Gemeenten den eenvoudiger weg van „het geven van een vergoeding" zullen blijven volgen. Terwille van het algemeen belang kan echter een dergelijke han delwijze niet getolereerd worden en ongetwijfeld zullen de land meters van het Kadaster handelen in den geest van de Regeering, indien zij bij nalatige overheidsorganen het nut van het in orde brengen van den eigendomstoestand blijven aantoonen. Misschien zou er door het Bestuur van de Vereen, v. K. en L. bij den Minister van Financiën op aangedrongen kunnen worden, dat de landmeters van het Kadaster verplicht worden, den Minister mede te deelen, welke lagere overheidsorganen na herhaald aandringen op het indienen van akten weigerachtig blijven gevolg te geven aan de genoemde aanschrijving. Mocht de Vereeniging dit niet kunnen bereiken, dan lijkt het mij gewenscht, dat alle collega's zooveel mogelijk hun medewerking ver- leenen door persoonlijk nalatige overheidsbesturen ter kennis van het Departement te brengen. Alleen dan kunnen we verwachten, dat na jaren verbete ring op dit gebied bereikt zal worden. Nijmegen, Maart '35. Literatuu ro verzicht In de bibliotheek is onlangs opgenomen een werk van Maitre H i 1 b e r t, ad vocaat te Brussel, getiteld: Les Vues et les Jours de droit et de servitude. Hierin worden uitvoerig behandeld de artikelen 675 tot en met 680 van den Belgischen Code Civil. Deze materie, bij ons geregeld in de artikelen 692 tot en met 698 van het Bur gerlijk Wetboek, wordt uitvoerig behandeld, toegelicht met teekeningen, waarop de afstanden van 0.60 en 1.90 m (bij ons resp. 0.50 en 2.00 m) telkens zijn aange geven en waaruit blijkt hoeveel mogelijkheden er ter zake bestaan.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 150