151
Ook is zeer veel literatuur en jurisprudentie in het boek verwerkt dat mutatis
mutandis ook voor ons recht toepasselijk is te achten.
Voor lezers, die zich interesseeren voor economische vraagstukken, deelen wij
mede, dat sinds geruimen tijd een ruilabonnement bestaat met het Nederlandsch
Economisch Tijdschrift, dat tot heden echter geen artikelen bevatte, die betrek
king hadden op hypotheken of kadaster.
De Vereeniging Het Grondbezit zendt ons geregeld haar Mededeelingen en
het jaarverslag. In No. 8 (Mei 1935) staat een belangwekkende rede van den
Secretaris over Landbouwsteun en Pachtbetaling, waarin de Pacht nog eens
warm wordt verdedigd zonder geleerde betoogen.
Wij herinneren er aan, dat bij Koninklijke Boodschap van 23 Mei 1935 een
ontwerp voor een nieuwe regeling van de pacht (een term, die alleen zal gel
den bij huur van een hoeve of los land) is ingediend bij de Kamers. Wordt dit
ontwerp aangenomen, dan zal er een afzonderlijke Pachtwet zijn, niet meer een
regeling opgenomen in het B.W. in den titel van Huur en Verhuur.
Hoofdpunten zijn: Continuatierecht, Vergoeding voor verbeteringen, Mobiele
pacht, Remissierecht en het oordeelen over de contracten door Pachtcommissies,
verbonden aan de Kantongerechten. (Zie bijlage 130 van W.P.N.R. no. 3414.)
In het tijdschrift De R.K. Boeren- en Tuindersstand1) nrs. 18 tot en met 22,
jaargang 1935 wijdt de Redacteur Mr. Van Haastert een serie artikelen
aan: De Laatste Heerlijkheid der Heerlijke Jachtrechten.
Hij critiseert hier voornamelijk den langzamen gang van zaken bij de af
wikkeling dezer aangelegenheden in Brabant.
Er werd beweerd, dat die vertraging te wijten zou zijn aan de vele, op aan
raden der landbouworganisaties, ingediende bezwaren.
Mr. Van Haastert toont aan, dat het zeer goed gezien was, die be
zwaren in te dienen, want dat anders de afkoopsommen veel hooger zouden zijn
geweest. Den nadruk legt hij op de exorbitante verhooging van die afkoop
sommen door de vertraagde vaststelling, waardoor soms 60% rente op de door
den rechter bepaalde afkoopsom wordt gelegd.
Ligt misschien de schuld of een deel er van bij het kadaster, dat te langzaam
werkte, vraagt de schrijver in III, zooals in een antwoord van Minister Ver
schuur op vragen van het Kamerlid Van de Poll werd gesuggereerd?
Neen, antwoordt Mr. Van Haastert, want volgens mijn inlichtingen
werden alle staten, die op het kadaster te 's-Hertogenbosch binnenkwamen, steeds
na ten hoogste 6 weken bewerkt teruggezonden.
Waarop volgt een critiek op de slordige werkwijze van de Jachtcommissie,
waardoor mogelijk blijkt te zijn geworden, dat perceelen dubbel voorkomen op
de lijsten, of dat geen rekening werd gehouden met groote complexen (soms
2500 ha), waarvoor het jachtrecht al was afgekocht.
Op 12 Mei 1935 verscheen in Staatsblad no. 107 het Koninklijk Besluit, waar-
x) Niet aanwezig in de bibliotheek van de Vereen, v. K. en L.