154
Op de Algemeene Vergadering in 1934 trad de heer M. A. G1 e r u m perio
diek af als lid van het Bestuur en werd als zoodanig herkozen.
De Redactie van het Tijdschrift werd in het verslagjaar wederom verzorgd
door de heeren F. Har kink, Mr. J. H. Jonas en J. M. T i e n s t r a.
Het 50-jarig bestaan van de Vereeniging werd den 19en October 1934 op
waardige wijze gevierd. Een uitvoerig verslag van deze herdenking is opgenomen
in dit Tijdschrift, jaargang 1934, blz. 342 e.v.
Bij besluit van den 29en November 1934, afd. Hyp. en Kadaster n 30, werd
door den Minister van Financiën een Commissie ingesteld, waaraan werd opge
dragen te onderzoeken, welke maatregelen moeten worden genomen, indien aan
particuliere landmeters gelegenheid zou worden gegeven met den landmeetkun
digen dienst van het Kadaster samen te werken.
Deze commissie naar haar Voorzitter bekend als de commissie-Schermer
hom werd op 12 December door den heer Mr. Dr. J. H. R. Sinning he
Dams té, Directeur-Generaal der Belastingen, geinstalleerd met een toespraak,
welke is opgenomen in dit Tijdschrift, jaargang 1935, bladz. 31 e.v.
De commissie heeft met bekwamen spoed haar taak vervuld en reeds op 2 Mei
haar Rapport aan den Minister aangeboden. In één harer vergaderingen heeft zij
ons Bestuur gelegenheid gegeven, zijn zienswijze over deze materie kenbaar te
maken.
Het Bestuur hoopt, dat het Rapport spoedig zal worden gepubliceerd.
Ingevolge de machtiging, ontvangen van de algemeene vergadering, hebben
Bestuur en Redactie aan het Bestuur van de Indische Vereeniging een voorstel
gedaan om te geraken tot fusie tusschen ons Tijdschrift en het Tijdschrift voor
het Kadaster in Ned. Indië. Tot onze spijt heeft de Indische Vereeniging dit voor
stel verworpen.
Inmiddels is met het Bestuur van de Vereeniging van Civiel-Landmeters een
voorloopige overeenkomst gesloten betreffende het opnemen van kopij in ons
Tijdschrift, waardoor dit officieel orgaan van die Vereeniging wordt.
De Algemeene Vergadering van 1934 sprak de wenschelijkheid uit, dat een
onderzoek zou worden ingesteld inzake Reorganisatie van de Vereeniging. Het
Bestuur ontving opdracht, de daartoe vereischte maatregelen te nemen.
In een tweetal conferenties met de besturen van andere Vereenigingen op land
meetkundig gebied is de mogelijkheid van samenwerking onderzocht en werd al
gemeen het leggen van een federatieven band tusschen de vereenigingen het
meest wenschelijk geacht.
Aan de a.s. algemeene vergadering zullen voorstellen in dezen geest worden
voorgelegd.
In zijn openingsrede van de algemeene vergadering in 1934 heeft de Voor
zitter een beknopt werkprogramma voor K. en L. aangegeven, omvattende, uit
breiding van den technischen grondslag, repressief toezicht op de cultuurpercee-
len en blijvende verzekering van eigendomsgrenzen.
In H. O. n°. 79 heeft het Bestuur de afdeelingen verzocht, voor dit werkpro
gramma in eigen omgeving propaganda te maken. Het Bestuur heeft verder met
medewerking van de correspondenten een onderzoek doen instellen naar de werk-
vermeerdering, welke uit het repressief toezicht op de cultuurperceelen zou voort
vloeien. De resultaten van dit onderzoek zullen spoedig gepubliceerd worden.