159 metingen voor het grootste gedeelte geschieden door Inlanders, de ,,mantri'sSchijnt dit op het eerste gezicht slechts een verschil in organisatorisch opzicht, ook op de technische uitvoering is de in vloed merkbaar. Niet omdat de Inlandsche opnemer niet het nauw keurigheidsniveau van den Europeaan zou kunnen bereiken, maar wel om de groote starheid van dat niveau, de geringe variabiliteit met de eischen, welke aan de meting worden gesteld. De oorzaken zijn: de neiging van den Inlander in sleur te ver vallen, zijn trage aanpassing dus aan gewijzigde omstandigheden en bovendien zijn uiterst gering inzicht in de foutenwerking. Het gevolg is, dat het nauwkeurigheidsniveau zóó hoog moet worden gekozen, dat dikwijls te nauwkeurig wordt gemeten. De derde oorzaak, waardoor de Indische hermetingen verschil len vertoonen t.o.v. de Hollandsche, is te vinden in den meetkun- digen grondslag van hoogere orde (waar deze überhaupt aanwezig is!) en de moeilijkheden, waarop men stuit, wanneer die grondslag voor kadastrale doeleinden moet worden verdicht. Beschikt men in Holland voor de aansluiting van kadastrale me tingen over het onvolprezen net van de Rijksdriehoeksmeting, in Indië heeft men over geheel Java, een groot deel van Sumatra en gedeelten van Celebes en Borneo, de driehoekspunten van den Topografische Dienst. Doordat men met deze driehoeksmetingen slechts het doel had, het scheppen van een grondslag voor topografische opnemingen (alleen het primaire net van Java heeft ook een wetenschappelijk doel: graadmeting), is in het algemeen alleen van de primaire en secundaire punten de nauwkeurigheid voldoende voor kadastrale hermetingen. Is men dus in het algemeen reeds beperkt in de keuze van vaste punten, ook in de kadastraal te hermeten gebieden, de steden dus, is het aantal aansluitingspunten zeer klein, dit wegens het geringe aantal torens en andere markante gebouwen in Indische steden. Ik kom hierop nog uitvoeriger terug. Teneinde omrekeningen te vermijden, is door het Kadaster steeds dezelfde kaartprojectie gebezigd, die ook door den Topografische Dienst wordt toegepast. Voor de oorspronkelijke kadastreeringen van de hoofdplaatsen op Java in de laatste 25 jaren vóór 1900, was

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 159