171 te kunnen mededeelen, kon toch al een niet onbelangrijke verbete ring worden opgemerkt. Alvorens nu t.a.v, de eigenlijke polygoonmeting meer in bijzon derheden te treden, moet ik U iets vertellen van de wijze, waarop de veelhoekspunten worden verzekerd. Deze verzekering is enkel voudig, d.w.z. zonder lossen tegel en geschiedt met een ongeveer 60 cm hoogen betonnen pilaar, welke tot zijn bovenvlak wordt in gegraven. Het eigenlijke polygoonpunt wordt aangegeven door een boring in een centrisch ingemetselde ijzeren staaf, die tegelijkertijd als wapening dienst doet. Met deze verzekering zijn gunstige ervaringen opgedaan, al komt het natuurlijk wel eens voor, vooral in slappen grond, dat verschui vingen worden geconstateerd. De meeste hinder wordt echter ondervonden van andere weg-gebruikende diensten, zooals gas, waterleiding, electriciteit en rioleering. De samenwerking van deze diensten is nog zeer gebrekkig, om maar te zwijgen van de ideale oplossing: normaliseering van het weg-gebruik, zooals ook reeds dikwijls in Europa is bepleit. De nieuwere inzichten, volgens welke men b.v, te Amsterdam werkt, waar de poly#oonpunten slechts verzekerd worden door houten piketten, terwijl de eigenlijke permanente verzekering be staat uit bouten, die in huismuren worden bevestigd, zijn in Indië nog niet gerealiseerd. Moet tijdens de veelhoeksmeting op het polygoonpunt worden ge richt, dan wordt dit aangegeven door een zgn. richtnaald, d.i. een 3 a 4 dm lang koperen staafje, van onder verzwaard met een schiet lood, dat cardanisch is opgehangen op een klein ijzeren driepootje. Deze „Signalisierung" is buitengewoon handig niet alleen, maar ook zeer nauwkeurig; door de middelbare totale hoekfout te split sen in een zuivere hoekmeetfout en een centreerfout, kon een mid delbare centreerfout van de richtnaald worden berekend van slechts 0,8 mm! De hoekmeting wordt uitgevoerd met twee theodolieten Zeiss I en twee Hildebrand - 8 cm - Schraubenmikroskoptheodolieten. Bij een gemiddelde primaire zijdelengte van 125 m is de totale middel bare fout in het gemiddelde van eerste en tweede hoekmeting on geveer 5".

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 171