17
Nabeschouwing.
Het zwaartepunt van het congres lag in de werkcommissies. Van
hetgeen daarin werd behandeld is aan het eind van dit verslag een
samenvatting gegeven.
Het aantal in de werkcommissies te bespreken rapporten was zeer
groot, vooral bij de commissie I (De landmeter en de grondeigen
dom), waar zij bovendien nog van sterk uiteenloopenden aard
waren.
Ondanks tijdig begin van de voorbereiding van het congres was
bij de indiening van diverse rapporten de gestelde termijn niet in
acht genomen; het organisatie-comité aan welks werk overigens
hooge lof past was met het in druk verspreiden van die rap
porten dientengevolge ook laat, waardoor bestudeering er van vóór
het congres in het gedrang kwam. Nochtans was er, met name in de
commissies II (Kadaster) en III (Methoden en Instrumenten) goede
selectie toegepast, waardoor een beperkt aantal onderwerpen meer
diepgaand kon worden behandeld. Bovendien was een lofwaardige
en geslaagde poging gedaan door den rapporteur-generaal van
commissie III, prof. Ir. Schermerhor n, om nog vóór het con
gres de mededeelingen uit de ingediende rapporten over nieuwig
heden op het gebied van instrumenten en methoden te coördineeren;
zijn samenvattend rapport heeft de vruchtbaarheid der discussies
zeer bevorderd.
De uitwisseling van gedachten tusschen mannen van de weten
schap en mannen van de practijk uit vele landen over onderwerpen
als de jongste ontwikkeling der instrumenten voor optische afstands
meting en de toepassingen van den laatsten tijd van de fotogram-
metrie voor kaartwerk op schaal 1 a 1000, maakte de commissie III
ongetwijfeld tot een der belangrijkste.
Als vanzelf kwam bij de besprekingen de superioriteit van som
mige instrumenten, met name Zwitsersche, naar voren; de aanspo
ring hierin gelegen voor instrumentenbouwers van andere landen
moet als een goede werking van het congres worden aangemerkt.
Voor de buitenlanders was het ook van beteekenis een kijk te
kunnen krijgen op de „Ordnance Survey" in Engeland en op het
weinige (of vooralsnog weinige) dat in dat land aan kadaster of
zoogenaamde landregistratie bestaat; rapporten in commissie II en
een voordracht in commissie III boden daartoe de gelegenheid.
Het landmetersberoep wordt in de Internationale Landmeters-