188
Commissie was bedoeld.
Het instituut part. landmeter kan ongewenschte gevolgen hebben, zooals te
Maastricht reeds is gebleken.
Spr. ziet veel goeds in het Rapport, maar door persoonlijke interpretatie kun
nen zich moeilijkheden voordoen. Daarom is duidelijkheid bij het geven van voor
schriften zeer gewenscht.
De heer De Korver herhaalt zijn verzoek, niet verder te spreken over het
geen te Maastricht is gebeurd. De Commissie heeft getracht maatregelen te be
ramen om dergelijke dingen te voorkomen. De voorbeelden, door den heer A 11 e-
m a genoemd, zijn argumenten vóór het Rapport.
De bg. landmeter staat inderdaad niet zoo vrij tegenover het publiek, maar
naar spr.'s meening moet men dit niet te zwaar laten wegen. Vroeger werden
de landmeters van het Kadaster voor het verrichten van part. werk ook betaald
en dit heeft, voor zoover hem bekend is, nooit tot klachten aanleiding gegeven.
Er zijn in het Rapport voldoende waarborgen neergelegd: ambtelijke aanstel
ling, eedsaflegging, instructie, toezicht. De betrokken personen zullen wel voor
zichtig zijn. De bg. landmeter is als zoodanig ambtenaar; hij staat niet tegenover,
maar naast het Kadaster en is de collega van den landmeter van het Kadaster.
Het rapport wil in den thans bestaanden chaos orde scheppen en deze orde
ning is in handen van het Kadaster gelegd. Het Kadaster blijft het centraal in
stituut met vooruitgeschoven posten in andere diensten en in de particuliere
maatschappij. Spr. ziet bij aanneming van de voorstellen der Commissie geen
gevaren dreigen voor het Kadaster.
De heer Glerum is van meening, dat deze vergadering moet uitmaken, of
K. en L. dit rapport zoo uitgevoerd wil zien. De Commissie heeft alles gedaan,
om waarborgen te scheppen, maar bij het gebeurde te Maastricht is daarvan reeds
afgeweken. Spr. ziet het gevaar, dat de zeggenschap over grensaanwijzingen
wordt onttrokken aan den bevoegden landmeter.
Er wordt gezegd, dat het rapport mogelijkheden schept voor uitbreiding van
de landmeetkunde. Spr. vraagt, of dit niet anders kan. Hij ziet weinig mogelijk
heden in het particuliere bedrijf en beveelt opneming van de civiel-Iandmeters
in overheidsdiensten aan. De Regeering zou daarbij aandrang op Gemeentebe
sturen kunnen uitoefenen.
De heer R i e t s e m a zegt, dat het onderhoud en de instandhouding van
eigendomsgrenzen de taak is van de eigenaren. Wij treden bij grensgeschillen
niet als rechter op en kunnen op zijn hoogst behulpzaam zijn bij het herstellen
van verloren gegane kadastrale grenzen. Grensuitzettingen staan dikwijls naast
het recht.
Spr. meent, dat het rapport geen voldoende waarborgen schept voor de vrije
ontwikkeling van het beroep van part. landmeter. Zij moeten niet zijn heel of
half ambtenaar, maar zich kunnen vestigen in een vrij beroep zonder belemme
ringen.
De heer G r e v e zegt, dat de bezwaren tegen het rapport breed uitgemeten
worden en dat zich weinig voorstanders laten hooren buiten de leden der Com
missie. Spr. kan met het rapport volkomen meegaan, voorzoover dit mogelijk
heden schept voor landmeters in andere overheidsdiensten. Hij is van meening,