189
dat de groote meerderheid der vergadering dit kan onderschrijven. Voor de
civiei-landmeters zal in de toekomst, althans in Spr.'s omgeving, slechts een be
staansmogelijkheid te vinden zijn in overheidsdienst van provincie, gemeenten en
waterschappen.
Het werken van de civiel-landmeters voor particulieren heeft echter groote
bezwaren en veroorzaakt onrust in het werk van den districtslandmeter. Daar
liggen tal van voetangels en klemmen.
Spr. meent, dat we niet afwijzend moeten staan tegenover het rapport, maar
de mogelijkheden, die geschapen worden voor landmeters in andere overheids
diensten, moeten benutten.
De heer Smit zegt, dat het rapport een positie voor den bg. landmeter wil
scheppen, die gespiegeld is aan het notariaat.
De positie van den landmeter van het Kadaster wordt daardoor verhoogd,
hij krijgt een leidende taak. De voorgestelde maatregelen zijn in het belang van
het platteland, want het contact tusschen den landmeter en het publiek en ook
met de Gemeentebesturen wordt grooter. De bg. landmeter kan werken voor
Gemeenten, maar moet ook de vrijheid hebben, voor particulieren diensten te
verrichten, zulks om een zoo groot mogelijke bestaanszekerheid te vinden.
Door part. landmeters kan in Gemeentedienst gewerkt worden aan de uitbrei
ding van den meetkundigen grondslag ook ten bate van het Kadaster.
Spr. merkt op, dat, ondanks de heerschende werkloosheid, door de meeste
afgestudeerden werk is gevonden, hetgeen de toenemende behoefte aan goed land
meetkundig werk aantoont.
De voorzitter meent, dat het rapport thans voldoende van alle kanten is be
licht. Spr. stelt voor, de discussies niet te besluiten met een stemming over een
of ander voorstel of conclusie. Het Bestuur is van plan de verschillende denk
beelden, welke in deze vergadering zijn geuit, samen te vatten in een memorie
en deze aan de bevoegde autoriteiten aan te bieden.
Hiermede verklaart de vergadering zich met algemeene stemmen accoord.
i. Voorstel van het Bestuur: De Algemeene Vergadering machtigt het Be
stuur van K. en L. mede te werken aan de oprichting van een algemeene land
meetkundige federatie en de Vereeniging van K. en L. als lid van die federatie
te doen toetreden.
De Voorzitter licht dit voorstel toe. In de vorige jaarvergadering werd een
voorstel aangenomen, luidende: ,,De vergadering acht het gewenscht, dat een
onderzoek worde ingesteld in zake reorganisatie der vereeniging en draagt het
bestuur op, de daartoe vereischte maatregelen te nemen".
Naar aanleiding hiervan heeft het bestuur een conferentie gehouden met de
besturen van eenige andere vereenigingen op landmeetkundig gebied. Daarin
zijn onzerzijds uitvoerig de verschillende mogelijkheden van organisatie uiteen
gezet. Deze stuitten alle op bezwaren en zoodoende kwam ten slotte het plan
naar voren, om te onderzoeken, of het niet wenschelijk zou zijn, de bestaande
vereenigingen te handhaven, maar daartusschen een federatief verband te leggen.
In een nieuwe bijeenkomst bleek men eenstemming van oordeel, dat aan een zoo-