18
Federatie in uitgebreiden zin opgevat. Voor de eerste maal werden
de speciale werkzaamheden, welke met het bouwbedrijf verband
houden, in een afzonderlijke commissie (IV) besproken.
Door hun vereeniging geven de Engelsche landmeters een sterk
voorbeeld aan andere landen van wat door goede organisatie en
discipline kan worden bereikt in maatschappelijk opzicht. Verreweg
het meerendeel der leden is werkzaam in het vrije beroep. De be
raadslagingen in de commissies V en Va, gewijd aan de opleiding
en de organisatie van het beroep, waren echter ook voor degenen,
die in dienst van de overheid de landmeetkunde beoefenen, niet van
belang ontbloot. Een zaak dient hierbij nog te worden aangetee-
kend, deze namelijk, dat de eigenlijke landmeetkunde in Engeland
op minder hoog peil staat dan in vele andere Europeesche landen.
Dit is het geval bij den overheidsdienst, nog meer is dit het geval in
het vrije beroep. Dit feit houdt wel eenigszins verband met het op
groote schaal uitoefenen van het vrije beroep. In het Charter van
,,The Surveyors' Institution" staat waardebepaling en beheer van
onroerend goed op de eerste plaats, de meting neemt bij de daarin
voorkomende omschrijving van het beroep een ondergeschikte plaats
in. Van staatscontrole in een of anderen vorm op het meetwerk van
de particuliere landmeters is, voor zoover kon worden nagegaan, in
Engeland geen sprake.
Als geheel beschouwd kan het hierboven geschetste congres uit
nemend geslaagd worden genoemd. De uitwisseling van meeningen
en ervaringen op zoo groote schaal als te Londen geschiedde, was
leerzaam en zij zal de goede uitoefening van het landmetersberoep
bevorderen, hetwelk een der hoofddoeleinden is van de Internatio
nale Federatie. Behalve deze kan ook de Engelsche vereeniging, die
zich veel moeite had getroost om het congres voor te bereiden, met
groote voldoening op het congres terugzien.
II.
Samenvatting van het behandelde in de commissies op
19, 20 en 21 Juli.
COMMISSIE I. De landmeter en de grondeigendom.
Voorzitter: E. Fanti (Italië).
Rapporteur-generaal: R. Vranckx België)
Wegens de talrijkheid van de ingediende rapporten werden deze
verdeeld in 3 groepen: