197
Examenreglement.
Art. 1. Ter verkrijging van het diploma van civiel-landmeter wordt vereischt
het achtereenvolgens afleggen van twee examens (A en B). Het examen B kan
in twee gedeelten (B1 en B2) worden gesplitst. Na het met gunstig gevolg af
leggen van het examen B wordt het diploma van civiel-landmeter door de exa
mencommissie uitgereikt.
Art. 2. (1) Het examen A loopt over de navolgende vakken:
de wiskunde, de natuurkunde, de landmeetkunde, het burgerlijk recht, de hypo
thecaire en kadastrale administratie, de waterbouwkunde, de kennis en het onder
zoek van bouwstoffen.
(2) Tot dit examen wordt ieder toegelaten, die bevoegd is tot het afleggen
van het propaedeutisch examen aan de Technische Hoogeschool.
(3) Het examen B1 loopt over de volgende vakken:
de wiskunde, de theoretische mechanica, de natuurkunde, de foutentheorie, de
landmeetkunde, de fotogrammetrie, het burgerlijk recht, het Staatsrecht, het ad
ministratief recht, kennis omtrent de waarde en het gebruik van den bodem, de
waterbouwkunde.
(4) Het examen B2 loopt over de volgende vakken:
de wiskunde, de landmeetkunde en de geodesie, de fotogrammetrie, de astro
nomische plaatsbepaling, het burgerlijk recht, het administratief recht, kennis
omtrent de waarde en het gebruik van den bodem, en
voorts over een aantal der navolgende vakken, naar keuze van den candidaat,
doch onder goedkeuring van de examen-commissie:
stadsaanleg en bouwrecht, waterstaatsrecht, economie, wegenaanleg, water
bouwkunde, architectuur, geologie, toegepaste mechanica.
(5) Deze vakken kunnen worden uitgebreid met vakken, in welke onderwijs
wordt gegeven aan een Nederlandsche universiteit of aan een andere Neder-
landsche hoogeschool. Hiervoor kunnen o.a. in aanmerking komen:
Land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië, Indisch Staatsrecht, Indisch
agrarisch recht.
(6) Tot het examen B wordt ieder toegelaten, die met gunstig gevolg het
examen A heeft afgelegd. Indien een candidaat het examen B in twee gedeelten
wenscht af te leggen, dan kan het gedeelte B2 pas worden afgelegd na het met
gunstig gevolg afleggen van het gedeelte B1.
Art. 3. (1) De examens kunnen schriftelijk en mondeling worden afge
nomen. De mondelinge examens worden afgenomen in tegenwoordigheid van
minstens 2 examinatoren. De examens zijn openbaar. Examinandi, die zich aan
eenig bedrog schuldig maken, worden terstond afgewezen.
(2) In gevallen, in welke dit reglement niet voorziet, worden de examens
afgenomen volgens de regelen, welke laatstelijk zijn vastgesteld voor de examens
aan de Technische Hoogeschool.
Art. 4. Het examen A zal ieder jaar worden afgenomen vóór de zomervacan-
tie. Het examen B wordt jaarlijks afgenomen, t. w. na de Kerstvacantie en vóór
de zomervacantie. Indien het examen B wordt gesplitst, dan kan het examen B1
uitsluitend vóór de zomervacantie worden afgelegd.
Art. 5. De examens worden afgelegd zooveel mogelijk gelijktijdig met die aan