198
Uit den lesrooster 1935/36 van de T. H. (verkrijgbaar bij Walt-
man, Delft a 0.60) blijkt, dat analyse en stelkunde gedoceerd wor-
de Technische Hoogeschool. Indien voor bepaalde vakken het examen dezelfde
leerstof omvat als voor bestaande examens aan de Technische Hoogeschool, dan
zullen de candidaten aan de examens aan de Technische Hoogeschool deelnemen.
De hierbij verkregen resultaten worden door de betreffende examinatoren aan
de examencommissie overgelegd.
Art. 6. (1) Zij, die aan het examen A of B wenschen deel te nemen vóór de
zomervacantie, doen daarvan uiterlijk op den laatsten Zaterdag vóór de Paasch-
vacantie aangifte bij den secretaris der examencommissie op een door dezen ver
krijgbaar te stellen formulier. Voor het examen B na de Kerstvacantie moet de
aangifte uiterlijk 1 December geschieden.
(2) De aangifte kan niet geschieden voordat voor elk der examens A of B
een som is betaald, gelijk aan die, welke is of zal worden vastgesteld resp. voor
de propaedeutische en voor de candidaatsexamens aan de Technische Hooge
school. Deze gelden worden in 's Rijks schatkist gestort, onder vermelding van de
reden van storting of overschrijving.
(3) Na het verstrijken van genoemde data kan de examencommissie nog
deelneming aan het examen toestaan, zoo zij daartoe zeer bijzondere of dringende
redenen aanwezig acht.
Art. 7. (1) Geen enkele candidaat wordt door de examencommissie meer dan
tweemaal voor hetzelfde examen geëxamineerd, behoudens de bijzondere toe
stemming van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
(2) De examencommissie is bevoegd aan een examinandus, die bij het af
leggen van het examen A of B1 niet is geslaagd, de gelegenheid te geven zich
binnen een door de examencommissie te bepalen termijn aan een nader onder
zoek te onderwerpen. Blijkt daarbij, dat hij zich de ontbrekende kennis heeft eigen
gemaakt, dan wordt de examinandus alsnog als geslaagd beschouwd. Deze maat
regel zal slechts worden toegepast, indien de commissie van oordeel is, dat het
zich eigen maken van de ontbrekende kennis kan geschieden zonder bezwaar
voor de voorbereiding voor het volgende examen.
(3) Examinandi, die ter beoordeeling van de examencommissie op afdoende
wijze kunnen aantoonen, dat zij door ziekte, militairen dienst of andere dringende
omstandigheden gedurende het loopende cursusjaar onvoldoenden tijd hebben ge
had om zich voor het examen volledig voor te bereiden of die door tijdens het
examen opgekomen ziekte verhinderd zijn geworden dit volledig af te leggen,
kunnen binnen door de examencommissie te bepalen termijn alsnog tot het exa
men A of B of eenig gedeelte dier examens worden toegelaten.
Art. 8. Ten bewijze, dat eenig examen met gunstig gevolg is afgelegd, wordt
een in de Nederlandsche taal gesteld getuigschrift of diploma verstrekt. Heeft de
geëxamineerde zich door meer dan gewone bekwaamheid onderscheiden, dan
wordt dit in het getuigschrift of diploma aangeduid met de woorden: „met lof".
Staken de stemmen over deze bijvoeging, dan blijft zij achterwege.
Art. 9. In het geldelijk beheer van de commissie wordt door den Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voorzien.