200 is ook het geval met het keuzevak waterstaatsrecht en het verplichte vak bodemwaarde. In de toekomst zal hierin waarschijnlijk wel ver andering gebracht moeten worden. Het is de bedoeling, dat de studenten de eigenlijke kernvakken aanvullen met een aantal keuzevakken, ter goedkeuring van de exa mencommissie, om zoo te komen tot een op de behoeften van de praktijk gerichte differentiatie en specialisatie van de afgestudeer den, aangepast aan den persoonlijken aanleg van den student. Aan het verslag in de N.R.C. van de rede van prof. dr. W. Reinders, gehouden ter gelegenheid van de rectoraatsover dracht van de Technische Hoogeschool te Delft aan prof. ir. G. D i e h 1, op 16 September 1935, ontleenen wij het volgende: In het verslag van de N.R.C. van de rede van prof. dr. D. L. Bakker, gehouden ter gelegenheid van de rectoraatsoverdracht van de Landbouwhoogeschool te Wageningen aan prof. dr. W. C. Mees R.Azn., op 16 September 1935, lezen wij het volgende: Bij deze laatste uitlatingen veroorloven wij ons op te merken, dat de cursus niet verplaatst is naar Delft, maar gesloten en dat men voortaan aan de Technische Hoogeschool zelf colleges zal kunnen volgen, die bekwamen voor de examens voor civiel-landmeter. Wij meenen, dat dit van meer dan formeele beteekenis is. De commissie- Heuvelink had de vraag te beantwoorden, of de opleiding van de landmeters van het Kadaster vereenvoudigd kon worden. Tusschen handhaving van de opleiding te Wageningen en een vereenvou digde opleiding te Delft, kon de keuze voor onze Vereeniging niet moeilijk zijn. 28 September 1935. F. H. Wegens plaatsgebrek moeten de Berichten tot de volgende af levering blijven liggen. De opleiding tot landmeter is na jarenlange beraadslaging verplaatst van Wageningen naar Delft, hetgeen niet alleen een besparing medebrengt van een instituut en de outillage die voor de geodetische opleiding noodig is, maar ook een concentratie van de studie der geodesie in ons land in één hoogeschool, het geen aan die studie zelf ongetwijfeld ten goede zal komen. Hij wees op de overplaatsing van den landmeterscursus naar Delft, hoewel de commissie-Heuvelink in haar rapport van November 1927 zich verklaarde voor handhaving der opleiding te Wageningen, waarmede het bestuur der Ver- eeniging voor Kadaster en Landmeetkunde zich volkomen vereenigde. De Senaat heeft duidelijk aangetoond, dat door deze overplaatsing bezuini ging op financieel gebied onmogelijk zou kunnen worden verkregen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 200