De opleiding van landmeters aan de Technische
Hoogeschool te Delft.
De benoeming van onzen mederedacteur J. M. Tienstra tot
Buitengewoon Hoogleeraar te Delft is een feit van zoo bijzondere
belangrijkheid voor ons Tijdschrift en wat het vertegenwoordigt
in de Nederlandsche geodetische wereld, dat het geen verwondering
zal wekken, dat wij op deze plaats daaraan eenige woorden wijden.
In de allereerste plaats onze warme gelukwensch voor den be
noemde, die de kroon gezet ziet op een periode van veelomvatten-
den arbeid en studie, welke T i e n s t r a, met zijn natuurlijke ma
thematische begaafdheid, geheel en al richtte op de landmeetkunde
in den meest uitgebreiden zin.
In de tweede plaats willen wij herinneren aan het feit, dat de
benoemde voortkomt uit de praktijk-landmeters; dat hij dus niet al
zijn tijd louter aan wetenschapsbeoefening kon besteden, maar naast
zijn ambtstaak lust en gelegenheid vond, niet alleen aan engere vak
studie te doen, maar ook alles wat daarmede verband houdt, even
als de zuivere theorie, te bestudeeren.
In de derde plaats vestigen wij er de aandacht op, dat thans de
eerste Hoogleeraar zijn intrede doet in de redactie van ons Tijd
schrift. Wie iets kent van het ontstaan van de Vereeniging voor
Kadaster en Landmeetkunde en haar Tijdschrift, weet, dat bij de
oprichting geprobeerd is, wijlen professor S c h o l s als redacteur
aan deze periodiek te verbinden, hetgeen helaas mislukte jg. 2,
blz. 31).
Wij achten het van uitnemend belang, dat thans een Hoog-