A DM IN IS TRA 213 Literatuuroverzicht (Tijdschriften). De kosten van de fotogrammetrische methode bleken per km2 14.tegen 19.volgens de oude methode te bedragen. Het stereoscopisch uitlezen van foto's ter voorbereiding van de hoogtemeting levert nog geweldige perspectieven: het werk der hoogtemeters zal veel minder tijd kosten, want er behoeft slechts een betrekkelijk gering aantal punten te worden gemeten. F. H. In Publieke Werken no. 2 van Juli 1935 vindt men een bespreking van een vonnis van de Rechtbank te 's-Gravenhage en een arrest van het Hof aldaar over een geval van een scheefhangenden gemeenschappelijken muur. De geïntimeerde meende een beroep te kunnen doen op een servituut, ontstaan door het overhellen van den muur, om de daardoor geschapen driehoekige ruimte boven appellants grond te mogen hebben. Hij stelde daarvoor verschillende feiten om het overhellen van den muur aan te toonen. Echter wees het Hof het verweer af, omdat, hoelang ook dat overhellen mocht hebben geduurd, hieraan nooit eenig recht zou kunnen worden ontleend, omdat geïntimeerde noch zijn rechtsvoorgangers de thans bij hen in gebruik zijnde drie hoekige ruimte hadden geschapen door het aanbrengen van een werk, zijnde deze ruimte ontstaan door het langzamerhand scheefzakken van den muur. Het arrest veroordeelt dan ook tot het gehengen en gedoogen, dat de muur op de fundamenten weer te lood wordt opgetrokken voor gezamenlijke rekening. Cassatieberoep is aanhangig. Wij hopen dit arrest van den Hoogen Raad t.z.t. ook te kunnen mededeelen. Wij verwijzen nog naar ons Lit. Overzicht jg 1933 blz. 166, waar we uit Wx) 12599 ook een beslissing over een overhellenden muur mededeelden. In N. J. x) 1935 blz. 688 vindt men een vonnis, dat wij hier in zijn geheel laten volgen (ook te vinden in P. W. 1) 13691 en in het Orgaan van den Nederlandschen Bond van Huis- en Grondeigenaren en Bouwondernemersx) van 6 Juli 1935). Vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Haarlem 30 Januari 1934. De Rechtbank enz. Wat het recht betreft: O, dat eischer zich tot bewijs van zijn door gedaagden ontkend eigendoms recht op het zoogenaamde Schoorsteenvegerspaadje heeft beroepen op 2 nota- rieele akten, ten hypotheekkantore overgeschreven, de akte van 2 October 1880, krachtens welke zijn rechtsvoorganger W. den eigendom van het pad zou heb- x) Niet aanwezig in de bibliotheek van de Ver. v. K. en L.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 213