219
lijke eigendommen en oefent deze het bouw- en woningtoezicht uit.
Een en ander is dus te vergelijken met een dienst van Openbare
Werken, met dien verstande echter, dat de afd. „bestrating en rio-
leering" te Antwerpen een aparten dienst, dien van „Publieke
Wegenis uitmaakt.
Voor de totstandkoming van een onteigening wordt ongeveer
een procedure vereischt als in Nederland. Het besluit van den Ge
meenteraad behoeft goedkeuring van de „Bestendige Afgevaardig
den (Ged. Staten) en daarna nog goedkeuring van den Koning.
Deze geeft tevens de verklaring, dat een onteigening, bijv. ten be
hoeve van de volkshuisvesting, geschiedt ten openbare nutte. Deze
verklaring is zeer belangrijk, daar de zeer hooge registratiekosten
van 11 dan niet behoeven te worden betaald.
Het uitbreidingsplan was tot voor eenige jaren in België niet
voorgeschreven; de uitleg van een stad zooals Antwerpen ge
schiedde dan ook niet naar een vast plan. Plannen voor woning
bouw gingen uit van particuliere bouwondernemers, die zich voor
zagen van groote buitengoederen, zooals er zoo vele rondom Ant
werpen lagen, een verkavelingsplan maakten en dat ter goedkeuring
indienden bij den dienst van den heer G o e t h a 1 s. Waren er
geen overwegende bezwaren, dan werd het plan goedgekeurd,
eventueel gewijzigd en werd tot bouwen overgegaan. Op zich zelf
heeft een dergelijke methode geen groote nadeelen, indien tenminste
een algeheele groote lijn, in het oog kan worden gehouden. Bij het
ontbreken daarvan en meestal ontbreekt deze, ontaardt het in een
verschrikkelijk individualisme. Zelfs binnen een plan ontstaat nog
geen eenheid van bebouwing. Huizen in Renaissance-stijl, naast
die in den stijl der nieuwe zakelijkheid vormen heusch geen uit
zondering, zonder dan nog te spreken van de vele onpersoonlijke,
stijllooze bedenksels en tusschenvormen. In de nieuw ontworpen
bouwverordening van begin 1934 zijn gelukkig voldoende maat
regelen getroffen. (Art. 647 II in het bezit zijn van een
bijzondere toelating, onder schoonheidsoogpunt, afgeleverd door het
College van Burgemeester en Schepenen, enz.)
De ontmanteling van de vesting Antwerpen verschafte de stad
Antwerpen groote uitgestrektheden grond, die nu ook voor bebou
wing in gereedheid worden gebracht.
Hier is het de Stad, die de gronden gaat uitgeven, zoodat er ook
eischen kunnen worden gesteld t.a.v. de bebouwing.