30
In elk land behoort het vrije beroep te zijn geregeld in een vak
organisatie. Tot de taak van zulk een zich zelf besturende organi
satie, waarvan het lidmaatschap vereischte moet zijn om het vak
te kunnen uitoefenen, valt te rekenen:
a. de uitsluitende vertegenwoordiging van het vak;
b. nauwe samenwerking met de overheid op technisch, adminis
tratief, economisch en sociaal gebied;
c. bescherming van de vakbelangen;
d. de opleiding, theoretisch en practisch, van alle candidaten;
e. opvoering en verspreiding van vakkennis;
f. uitoefening van tuchtmaatregelen in naam van den Staat in
geval van professioneel wangedrag.
Vanzelfsprekend kunnen in het bovenstaande wijzigingen van
ondergeschikt belang zich voordoen, als zulks door nationale om
standigheden wenschelijk is.
De volgende zaken dienen te worden overgelaten aan de be
slissing van elk land, in overeenstemming met de daar voorkomende
toestanden en gewoonten:
1°. of de landmeters, die in publieken dienst zijn, bij de vak
organisatie van de vrije-beroepslandmeters moeten worden onder
gebracht;
2°. of de organisatie moet worden gevormd uitsluitend voor
landmeters, of dat daarin met soortgelijke categorieën moet wor
den samengewerkt.
SUB-COMMISSIE Va. Het landmetersberoep van het stand~
punt der jongeren.
Voorzitter: W. E, A. Buil (Engeland).
Rapporteur-generaal: A. Prévost (België).
Het was voor de eerste maal, dat op een congres der Intern.
Landmeters-Federatie alleen de juniores in een commissie bijeen
kwamen. Het aantal deelnemers bedroeg 56. In de Engelsche ver-
eeniging bestaat een afzonderlijke groepeering van de jongeren
reeds gedurende 45 jaar. Ook in België hebben de jongeren een
aparte organisatie.
Aan de hand van een drietal rapporten, ingekomen uit Engeland,
België en Zweden, werd vooral de vakopleiding en de vorming van
den landmeter besproken en werden vergelijkingen gemaakt tus-
schen Engeland, België, Frankrijk, Polen, Zweden en Zwitserland.