31 Eenstemmig werd de volgende conclusie aangenomen: De sub-commissie beschouwt het als van waarde voor het vak, dat in elk land binnen de bestaande vakorganisatie een groep voor de jongeren wordt geformeerd. J. HEINES. Commissie in zake samenwerking tusschen het Kadaster en particuliere landmeters. De Minister van Financiën heeft bij zijn besluit van 29 Novem ber 1934, afd. Hypotheken en Kadaster N°. 30, ingesteld een com missie, waaraan is opgedragen te onderzoeken, welke maatregelen moeten worden genomen, indien aan particuliere landmeters ge legenheid zou worden gegeven met den landmeetkundigen dienst van het Kadaster samen te werken. Deze commissie is samengesteld als volgt: lid en voorzitter: prof. ir. W. Schermerhor n, hoogleeraar aan de Technische Hooge- school te Delft; leden: de heeren J. M. T i e n s t r a, lector aan den Landmeterscursus, verbonden aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen, A. N. Hamelberg, ingenieur-verificateur van het Kadaster te Arnhem en C. H. B. de K o r v e r, ingenieur- verificateur van het Kadaster te Assen; lid en secretaris: de heer W. Smit, landmeter van het Kadaster te Amsterdam. Verder is de heer mr. H. I w e m a, administrateur, hoofd der afd. Hypo theken en Kadaster aan het Departement van Financiën, door den Minister gemachtigd, de vergaderingen der commissie bij te wonen en aan de beraadslagingen deel te nemen. De directeur-generaal der Belastingen, de heer mr. dr. J. H. R. Sinninghe Damsté, heeft op 12 December 1934 de com missie geïnstalleerd met de volgende toespraak: Mijne Heeren, Het is een tot voldoening stemmend feit, dat dank zij den vooruitgang van de geodesie en van de kadastrale techniek, de arbeid, door het corps der Rijks landmeters verricht, in de laatste decennia steeds aan gehalte heeft gewonnen en dat men daarvan op velerlei terrein de vruchten heeft geplukt. Als ik spreek van velerlei terrein, heb ik mede, en zelfs in het bijzonder het oog op de verschillende diensten, die, ter uitvoering van wettelijke voorschriften de Woningwet vraagt in dit verband wel in de eerste plaats de aandacht in de latere jaren zich op het gebruik maken van de kadastrale gegevens aan gewezen zien.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 31