55 grens (de scheidingslijn tusschen tuingrond en de met struiken be plante helling) eenige meters van deze uitgezette grens afweek (fig. 2). De eerste vraag, die nu gesteld moet worden, is deze: Viel de lijn, vastgelegd in het hermetingsveldwerk samen met de eigendoms- grens op het oogenblik, dat de hermeting verricht werd? Het antwoord daarop is in dit geval in het kadastrale archief te vinden. In 1882 is van het perceel n°. 1002 een gedeelte verkocht; de ligging van de toen ontstane eigendomsgrens is vastgelegd in veldwerk dj 1883, afgebeeld in fig. 3. Daar er geen enkele reden is, aan de juistheid van dit veldwerk te twijfelen, kan men vrij zeker aannemen, dat deze lijn op dat tijdstip de eigendomsgrens was. Deze lijn was dat ook nog in 1895, omdat voor een beroep op de verjaring minstens 20 of 30 jaar verloopen moet zijn. Vergelijkt men het veldwerk dj 1883 met het door mij gebruikte (zie ook fig 2) dan blijkt, dat de kadastrale hermetingsgrens op het oogenblik der hermeting niet met de eigendomsgrens samenviel. Gevraagd zou kunnen worden, wat de reden geweest is, dat de landmeter niet de methode gevolgd heeft, eerst de grens van veld werk dj 1883 op het terrein uit te zetten en daarna deze lijn in het raam der hermeting vast te leggen. ol o Fig. 1. Hermetingsveldwerk d.d. 1895.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 55