58 verschil van meening tusschen de eigenaren werd zoo noodig de oude kadastrale grens op het terrein uitgezet. Keeren wij nu tot ons voorbeeld terug, waarbij de gebruikelijke weg gevolgd is, dan is het duidelijk, dat overeenstemming tusschen de kadastrale hermetingsgrens (a) en de eigendomsgrens verkre gen had kunnen worden, door overdracht van de strook grond I (fig. 2) aan den eigenaar van perceel n°. 1524 of door de over schrijving van een akte van dading (grensregeling) in de openbare registers. Dit is niet geschied, want ook dit middel is als systeem in de praktijk onuitvoerbaar. Of het zou noodig zijn te onderzoeken voor welke grenzen wel en voor welke grenzen geen akte noodig was en dat zou meebrengen de hierboven behandelde uitzetting van alle oude kadastrale grenzen of voor alle eigendomsgrenzen zou een akte van dading opgemaakt en overgeschreven moeten worden. Dat dit laatste op onoverkomelijke bezwaren van kosten en tijd zou afstuiten, behoeft geen betoog. Deze laatste bezwaren uit den weg te ruimen is het eerste doel van de wet op de grensregeling. Dit wordt bereikt, doordat in het wetsontwerp bepaald wordt, dat door een mondelinge overeenkomst van grensregeling, waarvan door een landmeter van het Kadaster een proces-verbaal opgemaakt wordt, hetzelfde resultaat bereikt wordt als door het opmaken en overschrijven van een akte van da ding. (Zie o.a. artt. 1, 11 en 16 hierna opgenomen). De kosten van een hermeting worden hierdoor niet noemens waard verhoogd, daar tegenwoordig de eigenaren toch altijd opge roepen worden om aanwijzing te doen en alleen het neerschrijven van hun verklaringen in het proces-verbaal iets meer tijd kost. De beteekenis en de waarde van de hermeting zijn daarentegen veel grooter. In plaats van een nieuw kadaster, samengesteld uit grenzen, waarvan men niet weet of het wel of niet de eigendoms grenzen zijn, en dat dus geen zekerheid kan geven, wordt een eigen domskadaster verkregen: de overeenkomstig de wet vastgestelde grenzen, de grondslag van de hermeting, zijn alle eigendoms grenzen. Nu de eerste vraag, die bij het voorbeeld gesteld is, n.l.: „Viel de lijn vastgelegd in het hermetingsveldwerk samen met de eigen domsgrens op het oogenblik, dat de hermeting verricht werd?" ont kennend beantwoord moest worden, dienen wij ons af te vragen,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 58