62
Literatuuroverzicht.
Art. 1 le lid. Grensregeling heeft plaats bij overeenkomst tusschen de in de
registers van het kadaster bekende eigenaars, erfpachters, opstallers en be
klemde meiers van helende perceelen.
Art. 11 le lid. De vernieuwing van het kadaster omvat de regeling van de
grenzen van alle in de vernieuwing begrepen eigendommen, voor zoover die
niet reeds vroeger overeenkomstig de voorgaande artikelen is tot stand ge
komen.
Art. 16. Indien alle opgeroepenen verschijnen en overeenstemmen omtrent de
regeling der grens, is deze vastgesteld en wordt daarvan eene omschrijving
opgenomen in het proces-verbaal, of geschiedt daarvan aanteekening op
Art. 36. In rechte kan wijziging eener overeenkomstig deze wet, of bij rechter
lijk vonnis vastgestelde grens op grond van verjaring worden gevorderd.
Het geding moet worden gevoerd tegen alle in art. 1 genoemde belangheb
benden. Op het vonnis vindt art. 35 overeenkomstige toepassing.
Een beroep op grenswijziging door verjaring is overigens niet toegelaten.
Art. 5. Op het proces-verbaal is artikel 1907 B.W. van toepassing.
Art. 6. De uitkomsten der meting worden geacht de in het proces-verbaal opge
nomen grensregeling juist weer te geven, behoudens bewijs van het tegendeel.
In W. P. N. R. No. 3381 wijdt de redacteur Dr. P. J. A. A d r i a n i een zeer
waardeerende bespreking aan den inhoud van het Jubileumnummer van ons Tijd
schrift. Wij citeeren uit dit stuk alleen dezen zin: ,,De verleiding is groot om uit
alle artikelen veel te vertellen, maar dat gaat nu eenmaal niet waarna ze alle
kort worden besproken.
Verder vestigen wij de aandacht op het uitvoerige Overzicht der beslissingen
in zake Notariaat en Fiscaalrecht door Mr. H. A. D r i e 1 s m a, te vinden in de
Nos. 3380 tot en met 3396, dat in Nos. 3394 en 3395 belangwekkends voor onze
lezers bevat over den Notaris en het Hypotheekkantoor.
No. 3387 bevat een rechtsvraag over hypotheek en het recht van gebruik en
bewoning, een geval dat niet alledaagsch is en waarvoor Mr. J. E g g e n s een
eenvoudige oplossing geeft.
Met ingang van 1 Januari 1935 is een aantal wetswijzigingen van kracht ge
worden, waardoor het onderscheid tusschen burgerlijke zaken en zaken van koop
handel uit ons recht is verdwenen. Prof. E. M. Meyers wijdt hieraan een
drietal artikelen in Nos. 3393 tot en met 3395. In No. 3395 worden in het kort
besproken de gevolgen van het afschaffen o.a. van art. 1934 B.W., dat getuigen-
bewijs tegen den inhoud der schriftelijke akte verbood.
Dit getuigenbcwijs is voortaan steeds toegelaten, zoodat mogelijk wordt, dat