71 5. Dc landmeter in de maatschappij van vandaag. Spreker beziet dit onderwerp uit drie gezichtspunten: a) voor den persoon van den landmeter; b) van de maatschappij uit; c) met betrekking tot de landmeetkunde in ons land. Spreker bedoelt zich in hoofdzaak te richten tot de jongeren; zon der den schijn op zich te laden de toekomst te willen voorspellen, wil hij een groote lijn trekken. In dezen ontwikkelingsgang gelooft hij en dat is tegelijk het subjectieve element in zijn beschouwingen. Met betrekking tot de persoonlijke zijde beschrijft hij uitvoerig den invloed van de algeheele bestaansonzekerheid van vandaag. Vragen naar vooruitzichten, pensioen, huwelijksmogelijkheid en ver lof hebben een andere kleur dan voor een vroeger geslacht van landmeters. Waar gaan deze jonge menschen heen? Met betrekking tot de werking van de maatschappij merkt spreker op, dat vooral in een klein vak als het onze, wij ons snel verkijken en te veel letten op de menschen en te weinig op de maatschappe lijke werking. Niet dat het onverschilligj is, wat ieder op de post doet, waarvoor hij verantwoordelijk is, maar wij hebben door al dit persoonlijke werk heen een lijn te zien, die niet altijd redelijk te ver volgen is, die soms afbreekt met groot geweld, doch die op elk ge bied haar vezels spant, ook in de landmeetkunde. De heer Schermerhorn doet mededeeling over de pogingen om den ter mijn,. die gesteld is voor het opmaken van de leggers, uitgesteld te krijgen, en noemt als argument hiervoor, dat thans daarvoor geen deskundig perso neel aanwezig is. De heer G o v e r s deelt mede aan den heer P i e t e r s, dat in Nijmegen het Kadaster niet zonder succes reclame maakt voor de civ.-landmeters. Het op maken van wegenleggers dient niet als een sinecure te worden beschouwd. De heer T i e n s t r a ziet op deze vergadering een grooten vooruitgang met een jaar geleden. De aanwezigheid van zooveel buitenstaanders is voor spr. een bewijs van toenemende belangstelling. Velen daarvan hebben in het afge- loopen jaar veel er toe bijgedragen het idee, dat de leden van deze ver. bezielt, tot ontwikkeling te brengen, waarvoor spr. erkentelijk is. Spreker gaat de toekomst met vertrouwen tegemoet en hoopt het volgend jaar de heeren in nog betere conditie weer te ontmoeten. Met een woord van dank aan den heer T ie n s t r a voor zijn vele adviezen en prettige samenwerking, sluit de voorzitter de vergadering. (Verslag van de lezing, gehouden door prof. ir. W. Schermerhorn, hoogleeraar aan de Techn. Hoogeschool te Delft, voor de Ver. van Civiel-landmeters, te Arnhem, op 2 Februari 1935.)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1935 | | pagina 71